Een Waal over de Vlaamse Beweging.
Charles-François Becquet is een wiskunde-inspekteur die zich in de Waalse Beweging verdienstelijk maakt en bovendien FDF-gemeenteraadslid te Ukkel is. Na enkele publikaties over de ‘ethnie française’ en wat daarmee samenhangt, publiceert hij thans bij de ‘Editions Institut Jules Destrée pour la Défense et I'lllustration de la Wallonie’ een boekje over Le différend walloflamand. Livre I: La Belgique française et les facilités accordées aux Flamands (1830-1893) (126 blz.); er zal nog een Livre II volgen, gewijd aan La période d'entre-deux ou la Belgique billingue.
Het geschrift, dat op het omslag een rode haan en een zwaite leeuw (met zwarte tong en klauwen) voert, tracht een beeld te schetsen van de Vlaamse Beweging in de 19e eeuw en de houding van de Franstalige, vooral de Waalse Bevolking tegenover dat fenomeen; een houding die aanvankelijk te karakteriseren is als onverschilligheid of zelfs welwillende sympatie, tot na een halve eeuw plots het besef groeit dat men voor een onomkeerbare vloedgolf van Vlaamse ‘veroveringen’ staat, gekonkretiseerd in de taalwetten. Er staan nogal wat kurieuze beschouwingen en historische twijfelachtigheden in dit boekje. Over 1844: ‘Des centaines de réunions se tiennent en Flandre. Des pétitions circulent. Un courant d'opinion se crée: le flamingantisme est accepté’ (p. 23). Over 1847: ‘On passe du taalstrijd local au rapprochement entre peuples germaniques’ (p. 23). Over het ‘germanisme’ in de Vlaamse Beweging: ‘Le sentiment d'une nationalité étendue à la Basse Allemagne est la caractéristique de la pensée de Blommaert. Conscience et Snellaert s'y rallient’ (p. 26). Over ‘le caractère possessif des Germains’ (p. 53). Over het feit dat de Vlaamse bevolking ‘est encore aujourd'hui imprégné des idées anti-françaises de son héraut populaire (Conscience)’ (p. 22). Over Gudrun, ‘le fils de Caraurius’, uit het drama van Rodenbach (p. 57). Enzovoort. Verder staan er veel statistieken in (van de bevolking, de graad van scholarisatie, de regionale verdeling van de ministers, enz.), die men de wiskundeleraar Becquet wel toevertrouwt.
Als geschiedschrijving telt het boekje niet mee. Maar wie het allemaal eens van de ‘andere’ kant bekeken wil zien, kan hier nuttig in grasduinen.
Ludo Simons