Dagen van het Nederlands aan de Universiteit van Rijsel III.
Met de Journées du néerlandais (op 7, 8 en 9 mei 1974) te Rijsel is het feit gevierd dat het Nederlands nu al 25 jaar onderwezen wordt aan de rijksuniversiteit aldaar. De organisatie berustte bij de sektie Nederlands, d.w.z. Prof. Dr. Walter Thys en zijn twee medewerkers, bijgestaan door de leiding van Rijsel III (Sciences humaines, lettres et arts) en het C.R.D.P. (Centre Régional de Recherche et de Documentation Pédagogique). Er stonden drie soorten aktiviteiten op het programma: lezingen door hoogleraren uit Nederland, Vlaanderen en Frankrijk (P. Brachin, G. Stuiveling, J. Zajicek, J.P. Ponten, R. van Caeneghem en H. Brugmans), een tentoonstelling (boeken uit de Rijselse sektie Nederlands en een visuele voorstelling van de Nederlandse literatuur) en filmvoorstellingen (Nederlandse dokumentaires, maar ook Mira, Het Dwaallicht en De Man die zijn haar kort liet knippen). Dat was het belangrijkste, maar er waren vanzelfsprekend ook de gelegenheidstoespraken en een bijeenkomst voor alle leraren Nederlands uit sekundair en hoger onderwijs in Noord-Frankrijk.
Je kan bij dit overzicht opmerken en het betreuren dat de viering zich uitsluitend binnen de universiteitsmuren afspeelde en dat het programma een oerdegelijke filologische en literairhistorische stempel droeg. Het zou natuurlijk aardig geweest zijn als tegelijk ook buiten de universiteitsmuren wat gebeurde en als er voor de studenten ook iets meer ludieks te beleven viel. Studenten zullen niet noodzakelijkerwijze
Tijdens de opening van de tentoonstelling van Nederlandse boeken en foto's betreffende de Nederlandse literatuur. V.l.n.r.: dr. J. de Rooij, sekretaris van de Internationale Vereniging voor Nederlandistiek, Sadi de Gorter, Gevolmachtigd Minister en Directeur van het Nederlands Instituut te Parijs, de heer Boersma, een in Rijsel wonende Fries, mr. Robert Lemaire, advokaat bij de balie te Rijsel, R. Hennart, sekretaris van het Comité Flamand de France en Prof dr. Garmt Stuiveling van de Universiteit van Amsterdam.
storm lopen voor een andere kulturele manifestatie, maar het staat bij voorbaat vast dat maar een infieme minderheid zich onweerstaanbaar aangetrokken voelt door een lezing over een grammatikaal onderwerp!
Ik ben tegelijkertijd bezig de organisatoren vreselijk onrecht aan te doen. Zij zouden het beslist ook anders willen, maar, alleen is maar alleen. Prof. Thys die zo al jaren manusje van alles moet spelen - hij doet het godzijdank voortreffelijk - voor de wekelijkse gang van zaken van de Rijselse sektie Nederlands, heeft uiteindelijk, en rekening houdend met de mogelijkheden, een behoorlijk programma bijeengekregen, dat zonder bazuingeschal het bestaan van het Nederlands aan de Rijselse universiteit affirmeert. Hij kon er in zijn openingstoespraak, waar ik straks nog op terugkom, zelfs op wijzen dat het Nederlands er alsmaar beter voorstaat en bij de verantwoordelijken van Rijse! III alle steun geniet.
Honderd procent binnenskamers verliep de viering nu eenmaal ook niet. Biezonder verheugend was het sukses voor de vergadering van de leraren Nederlands waaraan, afgezien van de spreekwoordelijke uitzonde-