Xe festival van de Belgische film.
Toen in 1967, bij het eind van het zevende festival, gezegd werd dat de zaak nu wel gekonsakreerd scheen, want men was er in geslaagd zeven keer, - het heilige getal! -, het festival op poten te zetten, heb ik ergens geschreven dat men niet mocht vergeten dat men nu ook het dertiende levensjaar van het festival inging en dat dertien ook wel eens een ongeluksgetal genoemd wordt.
En kijk, in 1969 is er heel wat herrie geweest, vooral over de film L'étreinte van het duo Collet-Drouot. De zaak ligt al zo ver in het verleden, dat het nog weinig zin heeft te onderzoeken of de film ‘an sich’ de herrie eigenlijk waard was. Wel blijft de principeskwestie: er was een selektiejury van ‘specialisten’, maar uiteindelijk kon de bestendige deputatie van de provincie Antwerpen (inrichtende instantie) ook nog films van deelneming uitsluiten. Teoretisch was dit een punt van het reglement dat in illo tempore niemand verontrust had, omdat ook niemand kon vermoeden, wat er al niet zou veranderen tussen 1955 en 1969.
Het zat er dik in, dat het achtste festival de afsluiting van een reeks zou worden. Gelijkaardige herrie kon immers ook in de toekomst nog verwacht worden en de vroede vaderen zagen niet zo direkt hoe zij een festival in stand konden houden dat ooit wel eens als een vorm van openbare zedenschennis in andere dan filmzalen zijn beloop zou kunnen krijgen. Om niet te spreken van het feit dat er ook een nieuwe gouverneur was te Antwerpen, een die, - het is zijn goed recht -, niet zo hoog opliep met de film als zijn voorganger Richard Declerck.
Toen schreef ik dat ik toch ging zitten wachten op 1971. Want ook al leek een direkte voortzetting van de eerste reeks niet zo direkt mogelijk, toch sprak ik het vermoeden uit dat wel niemand zou kunnen aksepteren dat een voor de Belgische film zo belangrijke manifestatie zonder meer op de fles zou gaan.
Het is dan uiteindelijk 1972 geworden en er werden heel wat zaken gewijzigd. De minst gelukkige was wel de verandering van plaats en tijd, want het festival had plaats te Knokke omstreeks 1 januari.
Opvallend in Knokke was de konfrontatie met een oeverloze filmshow, ten gevolge van het afschaffen van preselektie. Er is daarover tijdens de laatste dagen nog een hartig woordje gesproken, zij het dat de standpunten nauwelijks nader tot mekaar gekomen zijn.
Hoe dan ook, de tiende uitgave is op komst, op een beter moment (10 tot 19 oktober a.s.), op een betere plaats (Passage 44 te Brussel), en met een paar aanpassingen.
Zo zal er ook deze keer geen preselektie zijn, maar om het festival te behoeden van eens te meer oeverloze voorstellingen van tante-Emma-aan-zee-filmpjes, zal het werk van amateurs uitgesloten worden. Er zal dus uiteindelijk minder te zien zijn, maar of het resultaat er beter om zal worden is een andere vraag. Men wil alle slechte filmwerk in de schoenen van de amateurs schuiven, wat nogal erg de kwaliteit van het werk der zogezegde professionelen overschat. En wanneer is men in feite professioneel? De man die gewoon ergens werkt voor zijn brood, omdat dit land te weinig mogelijkheden biedt voor beroepsfilmers, en die dan zijn vrije uurtjes besteedt aan filmwerk om de feeling niet te verliezen, is die professioneel of niet?
Om niet te spreken van het feit dat op deze manier de beroepslui een kringetje gaan vormen