Ons Erfdeel. Jaargang 17
(1974)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 444]
| |
Han Benz van den Berg en Jacques Commandeur in Souvenirs van Gerard Lemmens.
stuk Souvenirs. Ook nu weer een mannenstuk in een kamer, een afgesloten wereld, die het beeld oproept van een maatschappij waarin de een de ander manipuleert, beveelt en tiranniseert, de maatschappij waarin de ouderen aan de jongeren hun wetten dikteren.
In Souvenirs is het de wat oudere man Sjaak die na een vaag aangeduid zwerversbestaan, met zijn jongere maat De Rooie, een leeg vertrek gaat bewonen. Geleidelijk aan wordt de kamer summier gestoffeerd met bedden, een kast, een tafel, een televisietoestel, en tenslotte een bureau. Bij het tweetal voegt zich een kunstschilder en later een vriend van de Rooie, een jonge dienstweigeraar; bovendien wordt de zolder verhuurd aan een viertal identieke Turken. Alles wordt gedirigeerd door de ouwe Sjaak, een soort huisbewaarder, die de kamerbewoners zelfs verplicht een uniform-van-het-huis te dragen en beveelt geweren te hanteren, waartegen de jonge dienstweigeraar zich natuurlijk verzet. Reden waarom hij wordt uitgestoten: wie niet meedraait wordt gelikwideerd! Het aanvankelijk verzet van de kunstschilder is gebroken via de drank die hem door Sjaak wordt verstrekt, wat uitloopt op een afzijdig, uitzichtloos, werkloos uitslapen van de roes.
Het geheel heeft iets Pinteriaans, alleen zijn de mono- en dialogen niet zo scherp en ad rem. Het handelingsverloop is ook tamelijk monotoon. Het was vooral Han Bentz van den Berg die het stuk wat kleur gaf, hij tekende ook voor de regie.
Het streven om eigentijdse Nederlandse auteurs een kans te geven op het toneel is natuurlijk bijzonder prijzenswaardig. Dit keer kreeg Gerard Lemmens een kans; hij is een tamelijk onbekend schrijver, daarom over hem nog iets meer. Hij is geboren in 1933 in Amsterdam, heeft enkele verhalen gepubliceerd en Centrum speelde al eerder enkele stukken van hem. Volgens het programmaboekje is hij van beroep lijstenmaker en schrijft hij elke avond tot 'n uur of twaalf.
Het programmaboekje dat ook nu weer de integrale tekst bevat, geeft ook enkele uitspraken van de schrijver zoals: ‘ik ga van mijzelf uit en natuurlijk zijn de mensen in mijn stukken opgebouwd uit verschillende karakters. Eén ben ik meestal zelf.’ Als ik een gok mag doen zal dat in dit stuk wel de meest gemanipuleerde jongere maat de Rooie die alles doet in opdracht van de ouwe Sjaak, zijn, met misschien als dreigend toekomstbeeld het uitzichloze van de aan de drank verslaafde kunstschilder!
Tenslotte nog de titel van het stuk Souvenirs, die slaat op de uniformen en de geweren die onder het luik in de kamer verborgen liggen en die souvenirs zijn van ouwe Sjaak. (Wereldoorlog II?)
De twee jongste Nederlandse stukken door Centrum gebracht, van Bernlef en Lemmens, zijn mannenstukken! Waar blijven de vrouwenrollen? Spelen die niet mee, stop je die in de kast? Wat zal Andreas Burnier daarvan zeggen? Persoonlijk doet dit mij denken aan mijn tijd op het internaat: de fraters speelden voortreffelijk toneel, maar de vrouwenrollen waren geschrapt! Dat vond ik jammer.
Piet Simons |
|