van het personage uit, maar zit er eerder als een buitenstaander tegenaan te kijken. Dit maakte dat de Nederlandse pers iets minder gunstig reageerde op deze film, zodat Fassbinder, na een bezoek aan Rotterdam, Antwerpen liet vallen. Dat betekende voor de Belgische festivalganger een gemiste kans om kennis te maken met de maker van een film die een must is voor al wie voor de problematiek van de gastarbeider belangstelling heeft.
Hoe belangrijk de twee Italiaanse wereldpremières zijn kan ik niet zeggen, want ik heb beide Roma rivuole Cesare van de Hongaar Miklos Jancso en Op weg naar Damaskus van Gianni Toti -, gemist. Of het wel echte wereldpremières waren, blijft ook de vraag, want in een tweede versie van het programma stonden ze gewoon als Belgische premières aangeduid.
En nummer zeven, Glissements progressifs du plaisir van de ook al zo gemakkelijk als ‘groot’ aangeduide Alain Robbe-Grillet werd uiteindelijk van het programma afgevoerd. Het Brusselse verdeelhuis dat de film reeds aangekocht had, had er bezwaar tegen dat hij te Antwerpen vertoond werd in een andere zaal dan een gewone bioskoop. De direktie van Filminternational klaagt wel meer over tegenwerking van de distributeurs.
Resten dan nog ruim vijfentwintig andere films die ik zag en die ik hier niet stuk voor stuk wil noemen, omdat ze soms zelfs helemaal niet de moeite waard zijn (wie geld durft vragen om mensen Composition in black and white van Peter Rubin te laten zien, kan ik niet anders dan onbeschaamd noemen. Ik vermeld nog even Gelegenheitsarbeit einer Sklavin van Alexander Kluge, waarvan het minder gelukkige tweede deel de gevatte kritiek op de verhouding man-vrouw in het gezin uit het eerste deel de kop indrukt. En het visueel uiterst prachtige Bekentenissen, teoriën en aktrices van de Japanner Yoshishige Yoshida, waarvan de bedoeling echter niet volledig overkomt.
Naast de reeds genoemde persprijs voor Le voyage d'Amélie van Daniel Duval, ging de prijs van de Internationale federatie van filmklubs naar Ana y los lobos van de Spanjaard Carlos Saura. Een niet onaardige film over een Amerikaans meisje dat als gouvernante in een familie belandt, waar drie mannen elk een aspekt van de Spaanse gemeenschap uitbeelden: seksuele frustratie, aan het waanzinnige grenzende godsdienstijver en militarisme.
De belangrijkste prijzen zijn echter toegekend aan de hand van een stemming onder het publiek. Voor de korte film ging de hoofdprijs naar Opera van Bruno Bozzeto, die met enkele gemakkelijke effektjes vooral de lachers op zijn hand kreeg. Eervol tweede werd de Antwerpenaar Jules Vercammen met Stones, bepaald een origineel werkje en naar mijn oordeel een van de eerste keren dat rechtstreeks op de filmstrook getekende dingen ook een zinnig resultaat geven.
Voor de lange films kende het publiek de derde prijs toe aan Dat mooie woord vrijheid van de Rus Vytautas Zhalahyavichus, het verhaal van de bevrijding van drie kommunistische senatoren uit een gevangenis ergens in een gefingeerde staat in Zuid-Amerika. Het is degelijk filmwerk, zonder enige speciale problematiek. Die kwam echter gelukkig wel aan de beurt in de twee andere prijzen, zodat dit jaar een dan toch als marginaal te bestempelen festival niet eindigde met de bekroning van alleen maar braaf en klassiek werk.
Tweede werd de Amerikaan Jim McBride met Glen and Randa. Gesitueerd in een tijd na een niet heel duidelijk omschreven ramp, waarbij o.a. de zee een heel stuk het Amerikaanse vasteland binnendrong, is deze prent het verhaal van een jong paartje dat trekt naar de legendarische stad waarover nog veel gepraat wordt. Schrijnend is bij dit alles het gebrek aan aanpassing aan de nieuwe toestand en vooral het feit dat de jongeman op weg is om al de fouten die men onze moderne gemeenschap aanwrijft weer opnieuw te maken. Een erg pessimistische film.
Kwa basistema is de film die de hoofdprijs kreeg, Themroc van de Fransman Claude Faraldo, al even weinig opwekkend, zij het dat alles verborgen gaat achter een vrij komische aanpak. Er valt heel wat af te lachen, maar tegelijk wordt de problematiek druppelsgewijs tot diep in je geest geïnfiltreerd: het bijna rituele karakter van de manier waarop wij nu leven en het gebrek aan moed om er wat aan te veranderen. Een film om er een boek over te schrijven, zo kompleks is hij. Het is ook een gelukkige kruising tussen tijdskritiek en inspelen op het grote publiek.
Volgend jaar loopt het Filminternational van 21 februari tot 1 maart. Dat dit data zijn om te onthouden en een festival om te volgen, dat is dit jaar nu wel definitief bewezen.
Edmond De Cleen, Antwerpen