Iannis Xenakis in Hilversum.
Na 1960 schrijft de Griekse avantgardist lannis Xenakis, vanaf 1965 Frans staatsburger, zijn werken in een steeds vrijer stijl. ‘Niet het oor hoort, maar het verstand neemt waar’ is één van zijn meest typerende uitspraken. Hij interesseerde zich voor de teorieën van de wiskundige Bernaulli die als één der eersten de waarschijnlijkheidsfaktor berekende (‘Ars conjectandi’: de wetmatigheid van de grote getallen) en trachtte door middel van de waarschijnlijkheidskalkulatie de tonen en klankmassa's te organiseren in hogere éénheden: de ‘Musique Stochastique’: van het Griekse stochos-doel, denken. Op 1 maart was hij uitgenodigd door de Nederlandse Omroep Stichting om zijn werken voor te bereiden en toe te lichten op het derde zogenaamde Promenos-concert: een happening die zich afspeelde in de foyer en de studio's I, V en VIII van het Vara-kompleks te Hilversum. Toegang gratis: meer feest dan koncert, informeel, met ook klanken uit de Middeleeuwen, de Renaissance en de Barok. Ja, zelfs aan volksmuziek en jazz was gedacht. Het (beruchte) elck wat wils.
Dat Xenakis deze aandacht waard is, staat vast. Want niet alleen is hij een oorspronkelijk denker die al in '54 een eigen weg insloeg, los van de seriële Darmstadt-School (vergelijk de Amerikaanse avantgardisten), hij laat zich niet de wet lezen door loze teorieën, als het zo uitkomt gaan de komputerprogramma's de prullebak in, hij blijft voor alles een muzikant. Natuurlijk zijn niet alle werken even sterk, het kwasi-archaische Oresteia vond ik persoonlijk niet minder dan een afknapper: dan is Penderecki op dit terrein van fluitjes, slagwerkklappen en ‘magische’ aanroepingen stukken onderhoudender. Maar Anaktoria en Linaia Agon overtuigden meer. Anaktoria uit 1969 voor strijkkwartet en drie blazers heeft stijl en met name naar het slot toe ontstaat een