voorstelling van de bibliografie, doet toch glimlachen.
Maar deze lijvige bundel bevat nog meer als ideologische bekvechterijen. Heel verrijkend is het stuk van Louis-Jean Calvet (Le colonialisme linguistique en France) over de taal- en kultuurpolitieke erfenis van de Franse Revolutie. Robert Lafont blijkt vagelijk op de hoogte te zijn van de geschiedenis van het regionalisme in Frans-Vlaanderen, maar zijn gegevens hierover zijn uiterst summier in zijn Aperçu historique. Elders toont Yves Person aan (Impérialisme linguistique et colonialisme) dat taalimperialisme niet het voorrecht van Frankrijk alleen is, J.-L. Sauvaigo motiveert het spreken en schrijven van het Occitaans. Van de 28 bijdragen vermeld ik nog het overzicht van de Occitaanse bewegingen (jawel, meervoud!), een geschiedenis van de Bretonse beweging, een overzicht van het onderwijs van het Bretons, beschouwingen over tweetaligheid, een stuk over taaltoestanden in Roussillon of Noord-Catalonië.
Ik heb vanzelfsprekend wel enkele opmerkingen te formuleren. Basken, Catalanen, Occitanen, Corsicanen, Elzassers en Bretoenen zijn vertegenwoordigd. De Frans-Vlamingen worden een zeldzame keer genoemd, maar komen eigenlijk niet aan bod. Waarom? Weigerde de redaktie van het tijdschrift medewerking van Frans-Vlamingen? Of is de beweging voor de eigen taal en kultuur nog te zwak aldaar? Of heeft ze onvoldoende belangstelling voor sociaal-ekonomische feiten? Of heeft ze uitsluitend rechtse bindingen? Je hebt er het raden naar, want nergens is een verklaring opgenomen.
Een en ander is vertekend, of fel rood gekleurd, soms onvolledig (over de Elzas bijv.) of blijft steken in nogal vrijblijvende kreten (La France n'existe plus). Het irrationele voert al eens de boventoon. Uit sommige teksten klinkt een Messiaanse verwachting op. Een zin, n.a.v. het naderende post-Francotijdperk en de noodzakelijkheid van één Baskische eenheidsbeweging, zoals ‘Le train de l'histoire n'attend pas, il faut savoir le prendre au bon moment’ (p. 301) zal niet vreemd klinken in de oren van wie vertrouwd is met het verleden van de Vlaamse Beweging. Het is een andere versie van ‘Het uur der volkeren slaat maar eens’ van onze Westvlaamse kapelaan en dichter Cyriel Verschaeve.
Maar de bundel is hoe dan ook een interessant dokument. Hij illustreert dat er aardig wat beweegt, verderop in Frankrijk, bij de minderheden. Frans-Vlaanderen neemt er nauwelijks aan deel. Is het een gunstig voorteken of een teken aan de wand?
• Van Prof. Firmin Lentacker (Rijsel) verschijnt in april van dit jaar een 470 pagina's tellend werk La Frontière Franco-Belge. Etude géographique des effets d'une frontière internationale sur la vie de relations. Het werk zal vijf delen omvatten (1. L'implantation de la frontière, 2. L'influence de la frontière sur l'orientation des courants de circulation. 3. L'influence de la frontière sur la circulation des capitaux et l'implantation des entreprises, 4. L'influence de la frontière sur les migrations humaines, 5. La frontière et d'aménagement régional). Tot 15 januari 1974 was een voorintekenprijs van 100 FF geldig, na deze datum bedraagt de prijs 130 FF. (Te betalen op het adres: F.F. Lentacker, 17, place Leclerc, F-59000 Lille.)
Erlk Vandewalle