ken: de volksbuurt De Oosterpoort werd afgebroken om op de vrijkomende ruimte naast winkels en kantoorflats ook een kultuureel tegenwicht te doen verrijzen. Iets dergelijk was gepland voor het Koopcentrum Hoog Catharijne te Utrecht, maar dat bijpassende muziekcentrum Vredenburg is nog steeds niet aanvaard, een kwestie van wat anders dan de geldelijke middelen. Wat dat betreft vormt d'Oosterpoort een doodgriezelige zaak. Maar goed, het is gerealiseerd. Ondanks akties uit de kringen van de Groningse Partij van de Arbeid kreeg architekt Duintjer de bouwopdracht. Een gevleugeld woord (drs. J. Wallage, wethouder van kultuur): ‘Ook van een ongewenst kind kun je houden’. Nu dient gezegd, van buiten maakt het centrum een ongenaakbaar-protserige indruk temidden van de sloop en modder, maar van binnen is het redelijk gezellig, minder elitair (vol marmer-en-afstand) dan de Rotterdamse De Doelen, het gebouw dat duidelijk raakvlakken toont.
De enige vaste bespeler van de nieuwe Grote Zaal is het Noordelijk Filharmonisch Orkest. Maar dat is niet helemaal happy ondanks de vele ekstra stemkamers en dergelijke. Want de akoestiek is zodanig, dat wanneer er niemand in de zaal zit het vrijwel onmogelijk is om er te spelen! En voor een grote bezetting is een afzonderlijke repetitieruimte net iets te klein. Onlangs liep een koordirigent radeloos weg! Kinderziekten? Mogelijk. Men is er steeds druk in de weer. Een feit is dat de akoestiek met een gevulde zaal redelijk is, vrij helder werkt. Helaas is het ontwerp primitief: de oude kijkkast-idee, wat dat betreft biedt het Utrechtse Vredenburg met een centraal podium meer perspektieven, daar lijkt een grotere betrokkenheid wel degelijk haalbaar. Interessanter is in d'Oosterpoort een Kleine Zaal voor maksimaal 600 personen van geheel eigen karakter. Het podium is verstelbaar en meer naar het midden toe opgesteld. Een jeugdkoncert van het Noordelijk Filharmonisch Orkest trok er sterk de aandacht...
Voor de opening had de Groningse Raad voor de Kunst aan komponist-dirigent Willem Frederik Bon de opdracht verleend voor een nieuw stuk: ‘1999, Quatre propheties de Nostradamus’ voor sopraan en orkest. Onderschrift: ‘à la mémoire d'une Harmonie inoubliable’. Bon had vier kwatrijnen met interludes verbonden. Spektakulaire, in de laatste wordt een primitief soort godsdienst aangekondigd (er komen nog enkele pauzen en dan is het afgelopen) plus een soort (deze term is noodzakelijk want zo glashelder drukte Nostradamus zich niet altijd uit) van ijstijd. De vader van Bon heeft zich beziggehouden met kansberekeningen en kwam tot de konklusie dat opmerkelijk veel van wat deze 16e-eeuwse arts-astroloog beweerde, ook bewaarheid werd, onder meer zeer precieze détails over de Franse Revolutie... Een stuk dat tot nieuwsgierigheid prikkelde, maar ook een gevaar tot te programmatische tendenzen (meestal naïef werkend) inhield. Bon heeft echter op slechts enkele plaatsen een direkt kontakt met de tekst nagestreefd. Tegen het randje vond ik de plaatsing van de piano achter de coulissen: als een profetie die van verre komt.
Zonder meer is de instrumentatie voortreffelijk. Bon is één van de meest virtuoze komponisten. Hij moet het hebben van de onmiddellijke werking, abstrakte akademismen zijn hem vreemd. De stijl is gematigd atonaal: grote sprongen worden zoveel mogelijk vermeden, de hele toonstoonladder overheerst. De sopraansolo is in het ensemble ingebed: een obligaat evenals fluit- en slagwerksoli. In feite vormt dit werk dan ook Bons Derde Symfonie. De Eerste werd in '71 bij het Residentie Orkest uitgevoerd als eksamenstuk aan het Koninklijk Conservatorium, de Tweede ging kort daarop in première bij het Concertgebouworkest, waaraan Bon tevens als assistent-dirigent is verbonden.
Hij begeleidde op 16 januari in d'Oosterpoort vervolgens Han de Vries in Mozarts Hobo-koncert KV 314, daar was te weinig repetitietijd in gestoken, maar Dvoraks Zevende Symfonie kreeg een opmerkelijke spanning mee. Als dirigent is hij dus óók al een opmerkelijke verschijning. Slechts zijn slag dient nog verbetering, die is te weinig precies, te zwallerig. Waar hij zich ontpopt als ambitieus, hard werker lijkt het verstandig zijn naam alvast te noteren...
Ernst Vermeulen