Hugo Claus speelt Hugo Claus.
Het op vakantiezijnde oudere echtpaar dat aldaar gekonfronteerd wordt met de schijn en het bedrog in hun huwelijk, met ontrouw, zucht naar erotisch avontuur of hang naar een mislukte jeugdliefde is het thema van Claus' zoveelste toneelstuk ‘Blauw blauw’. Het doet qua situatie wel denken aan ‘De dans van de Reiger’. De vier rollen worden gespeeld door drie akteurs en een aktrice die, merkwaardige identifikatie, hun eigen voornaam dragen in het stuk. Het is Ellen (Vogel), Fons (Rademakers), Guus (Oster) en Cas (Enklaar). De eerste twee vormen het echtpaar uit Maastricht, zij logeren in een luksueus hotel in Tunesië, de derde is de vroegere minnaar van Ellen die met zijn vriendje toevallig in hetzelfde hotel de kamer naast het echtpaar bewoont. U schudt de partner-ruil-kaarten maar goed door elkaar en u heeft het Hugo Claus-spelletje-Blauw-blauw en u kunt er nog mee lachen ook! Misschien zit er voor Fons nog een kansje in voor een nieuwe Nederlandse speelfilm, dan snijdt het mes aan twee kanten voor Hugo. Hij is een handige en ijverige jongen die in een jaar maar liefst twee dichtbundels, een reeks verhalen en drie toneelstukken weet te versieren, om van het andere maar niet te spreken. Dat kunt u o.a. nalezen in ‘Het jaar van de een handige en ijverige jongen Kreeft’, en hij is ook niet te lui om voor de T.V. door Amsterdam te brommen met kostbare lading op de duozitting. Het is dan ook een Hugo Clausjaar in de Nederlandse toneelwereld met naast het bovengenoemde Blauw blauw, Pas de Deux en Gekke Gerrit en een reprise van Een bruid in de morgen.
Piet Simons