3. De gebroken Kruik.
Dit blijspel van Heinrich von Kleist, geschreven vermoedelijk in 1806, in 1808 door Goethe in première gebracht in Weimar en toen gevallen als een baksteen, blijkt anno 1974 een bijzonder aardig toneelstuk onder regie van Jochen Neuhaus, Nederlands (in het programmaboekje staat niet vertaling!) van Dolf Verspoor, in een dekor van Wolfgang Mai, gespeeld door de toneelgroep Theater, met in de hoofdrol als dorpsrechter Adam, Bernard Droog.
De eerste scène is een regievondst: H. von Kleist, de schrijver, voor een mans hoog wit gordijn waarop een Zwitsers berglandschap is getekend (Kleist ontwerpt in Zwitserland in 1802 het stuk) schrijvend aan zijn spel, na een korte schrijfaktie trekt hij het gordijn weg en tegen een witte achtergrond ziet men een huisje waarvan een muur is weggelaten zodat de toeschouwer zicht krijgt in het interieur: benedenverdieping met bed, haard en tafel plus open zolderruimte. Het is een vroege winterochtend, rechter Adam ontwaakt, kreunend en zwaar gehavend. Bij het openen van de vensters treedt licht binnen. We zien de schrijver Heinrich, maar nu verkleed als griffier die de rechtzaak notuleert van die dag rond de gebroken kruik, waarbij rechter Adam een minder fraaie rol blijkt gespeeld te hebben. De supervisor op inspektiereis woont het hele onverkwikkelijke proces bij, dat de ontmaskering toont van de rechter die zich de avond te voren toegang heeft verschaft tot het huis van het meisje Eva waar de kostbare kruik blijkt gebroken te zijn. Maar alvorens op het einde het masker afvalt zijn er al wel veel (te veel?) misverstanden en verdenkingen geweest die in een levendige enscenering een bont spektakel opleveren. Moedwil en misverstand, het thema van W.F. Hermans, is hier op kluchtige wijze vertaald. Het geheel speelt zich af in het dorpje Maarssen bij Utrecht in de winter omstreeks 1672, het rampjaar. De kruik die gebroken is, is ‘buitgemaakt door Jan van Daan de ketellapper. Toen de Watergeuzen De Briel verrasten in Oranjes naam’. Deze gebroken kruik is aanleiding tot de ontmaskering van de dorpsrechter Adam en tevens symbool. Dat het een erotisch symbool zou zijn, wat wel is beweerd, wil er bij mij niet zo direkt in. Er is erotisch gezien nog niet zoveel aan de hand geweest. Voor mij is het meer het symbool van de gebroken revolutie. De kruik stamt nl. uit de tijd van de geuzen-revolutie, de 80-jarige oorlog, en de verworvenheden en vrijheden van
deze revolutie worden door de korrupte rechter te niet gedaan: hij schendt de rechten en vrijheden. Dit heeft zijn parallel in Von Kleist eigen tijd, in Parijs had hij gekonstateerd dat de Franse revolutie verlopen was: ‘het feodale systeem was afgelost door het burgerlijk kapitalisme. Van de libertè, égalité en fraternité was in feite niets gerealiseerd. Er was
De Gebroken Kruik, Bernard Droog.
(foto Van Heusden)
een nieuwe klassenhiërarchie voor in de plaats gekomen’ (citaat programmaboekje). Zo zou het stuk indirekt kritiek uitoefenen op de korruptie van de eigen tijd en van alle tijden.
Wat het toneelbeeld betreft: men had hier gebruik gemaakt van een opmerking van de schrijver aan een vriend van hem nl. dat hij gewerkt had op de manier van de Hollandse schilder David Teniers (1610-1690), wat een soort kleurrijk, boertig Hollands realisme opleverde, binnen het kader van het huisje van rechter Adam. Deze laatste figuur gespeeld door Bernard Droog droeg de hele voorstelling. De regie en het spel van de hele groep was bijzonder levendig.
Het was jammer dat de geplande voorstelling van een ander stuk van H. von Kleist nl. Penthesileia door een Rotterdamse groep onder regie van een Oostduitse regisseur niet doorging, waarschijnlijk vanwege de dubieuze kwaliteit want de recensies na de première waren nogal negatief.
Piet Simons