le die Nederlands studeren bij de heer D. Volatron een reis door West-Vlaanderen o.l.v. Paul Kempynck.
• Zoals bekend wil Rijsel zijn funktie van regionale hoofdstad waar maken, maar lijdt de stad aan onderbezetting in de tertiaire sektor. Ook hier hebben bijgevolg de bouwpromotoren hun intrede gedaan. Een oplossing heet ‘Diplodocus’, een handelsen kantoorruimte die ingeplant zal worden in het oude stadsgedeelte, vlak bij de rue Nationale, tussen de rue de l'Hôpital Militaire en de rue de Pas. Enkele cijfers: 40.000 vierkante meter kantoor- en evenveel handelsruimte in een gebouw van 72 meter hoog met ondergrondse parkeermogelijkheid voor ca. 1.100 auto's. De ‘Diplodocus’ - hij werpe toch nog maar zijn kroon naar Brussels WTC - kreeg de zegen van alle officiële instanties: stadsbestuur, agglomeratieraad en prefektuur, die in 1970 de hele onderneming het etiket ‘van openbaar nut’ meegaf wat de bouwers de mogelijkheid bood in de omliggende, al te smalle straten te onteigenen ten bate van de aanleg van de wettelijk voorgeschreven brede toegangswegen. Enkele bedreigde maar koppige eigenaars hebben nu van de administratieve rechtbank te Rijsel verkregen dat die het drie jaar oude besluit van de prefekt over het ‘openbaar nut’ nietig verklaarde (april 1973), wat teoretisch althans het bestaan van de ‘Diplodocus’, waarvoor nu al een reusachtige krater bestaat, onzeker maakt.
• Al bestaan er plannen om van het gebied tussen Duinkerke en Kales één groot haven- en industriegebied te maken, en al komt de Kanaaltunnel eerlang bij Kales op het vasteland, toch is de bevolking in en rond deze stad niet optimistisch gestemd. De ongerustheid over de plaatselijke tewerkstelling, voortdurend bedreigd door de teleurgang van de kantindustrie, kwam tot uiting op 18 mei 1973 in een massademonstratie voor werkgelegenheid.
• Te Rijsel blijft het operaleven zeer bloeiend, maar met het toneel gaat het niet zo best. De Rijselse agglomeratie telt twee beroepsgezelschappen: het Théâtre du Lambrequin uit Torkonje, en het Théâtre Populaire des Flandres (T.P.F.), geleid en gesticht (in 1953) door Cyril Robichez en gevestigd in de rue du Pont-Neuf te Rijsel. Het T.P.F. staat aan de rand van de afgrond en begon einde mei 1973 met een steunkampagne onder de leuze ‘On ne meurt pas à vingt ans’. Cyril Robichez en zijn T.P.F. zorgden eertijds voor de kreatie in Frans-Vlaanderen van Hugo Claus' ‘Suiker’.
• De Internationale Jaarbeurs 1973 te Rijsel (17 tot 28 mei) stond dit jaar in het teken van het leefmilieu. De Belgische deelname te Rijsel is altijd zeer aanzienlijk. De aanwezigheid op de Frans-Belgische dag (op 25 mei) van Minister A. Dubois, mag gezien worden als simbolisch voor de Franstalige Belgische aanwezigheid.
• In oktober 1973 treedt voor de Frans-Vlaamse (de departementen Noorden en Nauw van Kales) en voor 20 andere Franse regio's de regionale hervorming in werking die op 5 juli 1972 goedgekeurd is.
Wat die zal inhouden?
Twee vergaderingen of raden en een regioprefekt.
Een eerste raad zal samengesteld zijn uit 105 leden, niet rechtstreeks verkozen, maar voor de ene helft uit volksvertegenwoordigers en senatoren, voor de andere helft uit vertegenwoordigers van de departementen, grote steden en agglomeratieraden bestaande. Bevoegdheid: adviezen verstrekken en beraadslagen over het plan, over ruimtelijke ordening en regionale ekonomie, en dat met de voorzitter van de raad, zijnde de regioprefekt, een ambtenaar benoemd door Parijs. Deze regionale raad of vergadering zal over zowat 60 miljoen Franse francs inkomsten beschikken (in Belgische munt: ruim een half miljard).
Daarnaast zullen vertegenwoordigers van werkgevers, vakbonden, landbouworganisaties, kulturele verenigingen, enz. zitting hebben in een ekonomisch-sociaal-kulturele raad. Bevoegdheid: adviezen verstrekken ter attentie van de eerste raad en van de regioprefekt.
Entoeziasme of hooggespannen verwachtingen behoren niet tot de reakties in de regio, zo die er al zijn. Sommigen hopen dat een rationeel gebruik van het half miljard toch enig rezultaat kan hebben. Ik geloof niet dat Brussel en Parijs elkaar uit het oog verloren hebben bij het werken aan de regionalisatie van hun respektievelijk land.
Erik Vandewalle