Ons Erfdeel. Jaargang 16
(1973)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 77]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de universiteit antwerpenalex vanneste 7 april 1971 wordt een belangrijke datum in de geschiedenis van de stad Antwerpen en het Nederlandstalig universitair onderwijs in België. Op die dag immers kwam de wet tot stand die de oprichting inhoudt van de Universitaire Instelling Antwerpen (UIA) in het kader van de Universiteit Antwerpen. Men kan zich afvragen hoe de situatie op universitair niveau nu werkelijk in mekaar zit in de Scheldestad: nóg een nieuwe instelling naast de reeds bestaande universitaire kernen, en dit allemaal in dezelfde regio? Het leek ons nuttig, nu de evolutie een duidelijke richting in het Antwerpse heeft, kort de geschiedenis te schetsen van het universitair onderwijs in deze stad en de gloednieuwe instelling even voor te stellen.
De problematiek is vrij kompleks en houdt verband met verschillende zaken waaronder de vroegere situatie van het Hoger Onderwijs in Antwerpen, de universitaire ekspansie en de spreiding van de kandidaturen en de gevolgen ervan op onderwijsniveau; daarbij komt nog dat bij alle sociale, pedagogische en kulturele parameters rekening moet worden gehouden met onze ideologisch pluralistisch ingestelde maatschappij. Wij hebben gepoogd in het kort de zeer ingewikkelde evolutie te tekenen die voor een buitenstaander - dat nemen wij graag aan - vrij verward kan lijken. De realiteit is gelukkig anders.
In het begin bestonden er te Antwerpen twee kernen van Hoger Onderwijs in de vorm van evenveel Handelshogescholen, één georganiseerd door het Rijk en één door de Paters Jezuïeten. Deze instellingen waren te katalogiseren als instituten van het Hoger niet-Universitair Onderwijs. De faam van beide instellingen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 78]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Laurent Vandendriessche, rektor UIA (eigen foto).
in het land, vooral van de laatste, was vrij groot.
De idee van een Antwerpse universiteit bestond toen echter reeds. In de jaren '50 had burgemeester Craeybeckx door zijn openbare interventies en vooral door zijn talrijke publikaties herhaaldelijk gewezen op de behoefte aan een erkende universiteit in het Antwerpse. Zijn ideeën werden sterk gesteund door de Antwerpse sociale, ekonomische en kulturele middens (zie o.a. de brochure uitgegeven door het V.E.V.) en door het later opgericht komitee ‘Antwerpse Universiteit nu’.
Parallel daaraan groeide dezelfde gedachte in de Sint-Ignatiushandelshoge-school van de Paters Jezuïeten, vooral onder impuls van de huidige rektor Etienne Dhanis s.j. Deze laatste uitte zijn opvattingen niet alleen in talrijke interviews, maar hij liet vanaf 1959 aan zijn instelling fakulteiten van Wijsbegeerte en Letteren en van Politieke en Sociale Wetenschappen oprichten in de schaduw van de reeds bestaande Handelshogeschool. Deze fakulteiten die enkel voorbereidden op het kandidaatseksamen werden niet door de staat erkend en evenmin gesubsidieerd. Het onderwijs was echter van die aard en van zo'n kwaliteit dat de studenten, die hun eksamens dienden af te leggen voor de Centrale Eksamenkommissie en er in grote aantallen het kandidaatsdiploma behaalden, al vlug aan de andere universiteiten van het land, bij de publieke opinie en bij de autoriteiten de reputatie van de Sint-lgnatiushandelshogeschool kleur bij zetten. De instelling had dus bewezen over een degelijk pedagogisch en wetenschappelijk korps te beschikken op universitair niveau, maar zij werd niet wettelijk erkend, tenminste niet onmiddellijk.
Deze feiten versterkten de idee van een Antwerpse Universiteit bijzonder. De gedachte won dan ook meer en meer aanhangers. Daarvan getuigt de in 1964 gepubliceerde en gratis op 15.000 eksemplaren verspreide brosjure Ruimere kansen voor allen die zeer duidelijk de problematiek van de universitaire ekspansie aansnijdt en er een sluitende argumentering voor geeft. Het is geen pleidooi voor regionalisme, maar een poging om de realiteit onder ogen te zien en het Vlaamse intellekt beter te valoriserenGa naar eind(1).
De brosjure toont aan dat de achterstand van de Vlaamse gewesten op universitair niveau in 1962 zeer duidelijk is tegenover de Waalse arrondissementenGa naar eind(2). Als men het percentage universitair gevormden bij de jeugd vergelijkt met het rijksgemiddelde was het toen zo dat de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 79]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
UIA: de nieuwe gebouwen aan de Fort IV-straat te Wilrijk (eigen foto UIA).
Waalse arrondissementen ongeveer het rijksgemiddelde haalden, Brussel had dubbel zoveel studenten als het rijksgemiddelde maar Vlaanderen haalde slechts 80% van dit zelfde getal. Dr. Wiëers schreef toen ook: ‘Hoewel uiteindelijk de scolarisatiegraad voor universitair onderwijs voor beide kultuurgroepen dus gestegen is, is de achterstand van de Vlaamse jeugd inzake deelname aan de universitaire studies tegenover de Franstaligen nog vergroot’Ga naar eind(3). De achterstand van de Vlaamse gewesten was toen inderdaad een realiteit. De bereikbaarheid van de Vlaamse universiteiten speelde daarin een niet geringe rolGa naar eind(4)s. Wat toen een prognose was, de massale aangroei van het aantal studenten tussen 1960 en 1970 - nu een werkelijkheid geworden - was eveneens een argument om een betere geografische inplanting van de universiteiten te bepleiten.
De achterstand van de Vlaamse gewesten t.o.v. de Waalse, de verwachte aangroei van het aantal studenten en de geografische en psychologische onbereikbaarheid van de universiteiten waren een aanleiding tot het ontwikkelen van drie basisargumenten ten gunste van de spreiding van de kandidaturen.
Het eerste was een sociaal argumentGa naar eind(5). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 80]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Etienne Dhanis, rektor UFSIA (eigen foto UFSIA).
Wij kunnen hier de algehele motivatie uit de uitgebreide brosjure niet weergeven: wij beperken ons tot de meest belangrijke aspekten van het probleem. Financieel staat een kamerstudent bijvoorbeeld voor een grotere uitgave dan de regionale student. Men kijke eveneens naar de cijfers die de regionale wervingskracht der Belgische universiteiten aangevenGa naar eind(6) en naar de weerslag op de studiekeuze in verband met de aanwezigheid van een universitaire instellingGa naar eind(7). De geografische ligging van een universiteit of de aanwezigheid ervan in een bepaalde streek is vrij determinerend voor de bevolking van die regio.
Vervolgens geldt het pedagogisch argument. ‘Gezien de vermeerdering van het aantal studenten en het verhoudingsgewijze hoger aantal mislukkingen, dient men zich vooral te hoeden voor het noodlottige van de massificatie in de eerste jaren van de universitaire studieën, of voor de te bruuske overgang van het middelbaar onderwijs met zijn eigen methodiek naar de methoden van het universitair onderwijs’Ga naar eind(8). Ook nu nog vormt dit een groot probleem. Indien er een rationele spreiding van de kandidaturen zou bestaan, dan zou het aantal studenten in de kandidatuur aan de vier grote universiteiten relatief lager liggen wat een doelmatige vorming en voorbereiding van de licenties ten zeerste zou bevorderen. Dit heeft als gevolg dat louter menselijk gezien de kans reëel is dat de mislukkingen in de kandidaturen lager liggen en op nationaal vlak dat het rendement van de investering per student veel hoger zou liggen. Er dient echter wel bijgevoegd te worden dat demokratisering van het onderwijs daarom niet betekent dat iedereen moet slagen en dat de normen tot het behalen van een universitaire titel dienen te worden vereenvoudigd. Demokratisering betekent voor ons dat iedereen de kans moet krijgen om in de beste sociale, financiële en pedagogische omstandigheden universitaire studies aan te vatten en tot een goed einde te brengen met de nodige begeleidingGa naar eind(9).
Ten slotte is er nog een ideologisch argument dat vooral beoogt de universiteiten niet langer op te sluiten in een welbepaalde denkrichting en, ten minste in de laatste jaren van de universitaire opleiding, een open en intiem kontakt met andere ideologieën mogelijk te maken. Het ideologisch pluralisme katoliek/niet-katoliek van onze maatschappij dat vaak problemen stelt bij de keuze van een universitaire instelling zou bij een doelmatige spreiding van de kandidaturen een gunstige oplossing kunnen vinden, zeker | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 81]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
UFSIA: binnenkoer van de gebouwen aan de Prinsstraat (foto Gazet van Antwerpen).
voor Antwerpen, samen met de eerbiediging van de duidelijke voorkeur in de grote bevolkingsgroepen voor vrij- of rijksonderwijsGa naar eind(10).
Deze en andere argumenten brachten de auteurs van de brosjure tot de volgende konklusie: ‘de spreiding dient zo spoedig mogelijk te worden verwezenlijkt, door de verantwoordelijke politieke en academische instanties: 1) omdat de huidige regionale verschillen inzake deelname van de jeugd aan het universitair onderwijs werkelijk duiden op een niet langer te aanvaarden toestand. Bepaalde gewesten, en vooral daarom bepaalde inkomstenklassen, worden benadeeld. Er zijn geen gelijke kansen voor allen; 2) omdat het vraagstuk van hoogdringende aard is, gezien de enorme universitaire ekspansie, die, ofschoon tot op heden slechts in een beginfase zijnde, in de e.k. jaren tot vèrstrekkende beslissingen zal dringen’Ga naar eind(11). Een dergelijke gekoncentreerde aktie gesteund door de ekonomische en sociokulturele middens uit Vlaanderen heeft tot de bekende resultaten geleid: men denke aan Kortrijk en vooral aan Antwerpen. Voor deze laatste stad was de idee van de universiteit niet nieuw meer, maar met de wet op de universitaire ekspansie van 9 april 1965 kwam er enige hoop dat een oude droom werkelijkheid zou worden. De toestand die in Antwerpen sedert enkele jaren bestond (1959) werd nu officieel erkend. Antwerpen zou nu over twee universitaire kernen beschikken, een rijksinstelling en een katolieke instelling. De eerste was het gloednieuwe Rijksuniversitair Centrum Antwerpen (RUCA) dat naast de kandidaturen en licenties Toegepaste Ekonomische Wetenschappen (TEW) die vroeger reeds bestonden in de niet als universitaire instelling erkende Handelshogeschool, nu | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 82]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rektor Massart van het RUCA (foto De Standaard).
ook kandidaturen mocht uitbouwen, hoofdzakelijk in de eksakte wetenschappen (wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie, veeartsenijkunde, artsenijbereidkunde en geneeskunde). De tweede waren de Universitaire Fakulteiten Sint-lgnatius te Antwerpen (UFSIA) die nu het officieel universitair statuut verkregen voor de reeds bestaande kandidaturen en licenties TEW en voor de eveneens bestaande kandidaturen wijsbegeerte, geschiedenis, klassieke, germaanse en romaanse filologie, rechten en politieke en sociale wetenschappen. Op de fakulteit TEW na waren de geesteswetenschappen en de eksakte wetenschappen dus rationeel verdeeld over de UFSIA en het RUCA. De wet voorzag echter een periode van vier jaar waarin het RUCA en de UFSIA zich ertoe zouden verbinden binnen die tijdsspanne geen nieuwe kandidaturen of licenties op te richten. Het akkoord waarvan de Heer Kinsbergen en de Heer Dhanis s.j. de promotoren waren, was de volgende stap naar een ware en éne Antwerpse universiteit. Het Plan Kinsbergen werd genoemd naar de naam van de Goeverneur van de Provincie Antwerpen die met zijn projekt het driepartijenakkoord tot stand bracht. Er was ook nog een ander voorstel omtrent de uitbouw van het universitair onderwijs in Antwerpen. Rektor Massart van het RUCA was voorstander van een vertikale uitbouw: dit hield in dat de twee bestaande universitaire instellingen autonoom licenties en doktoraten zouden oprichten en dat er dus twee stukken universiteit zouden zijn in het Antwerpse. Dit plan leek minder aantrekkelijk.
Het Plan Kinsbergen gaat immers in de richting van één Antwerpse universiteit. Kort komt het hierop neer dat het akkoord het volgende voorziet: 1. de ‘licenties en doctoraten in de thans op kandidatuursniveau gedoceerde richtingen worden toevertrouwd aan een nieuwe instelling van openbaar nut (of een stichting) met een raad van beheer die paritair wordt samengesteld uit katholieken en niet-katholieken’Ga naar eind(12); 2. UFSIA, RUCA en de nieuwe instelling zullen voor een nieuwe periode van vier jaar afzien van elk initiatief tot uitbouw van hun instellingen. Aan de UFSIA en het RUCA worden echter wettelijke garanties gegeven de kandidaturen na vier jaar horizontaal te mogen uitbouwen. Het driepartijenakkoord zelf kwam tot stand in 1968; vanaf dat ogenblik werd koortsachtig gewerkt aan de voorbereiding en de konkrete realisatie van het projekt. Alhoewel goeverneur Kinsbergen en rektor Dhanis de belangrijkste promotoren waren van het plan konden zij rekenen op de medewerking | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 83]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
RUCA: gebouwen aan de Koninklijke Laan (foto Gazet van Antwerpen).
van velen om de niet onbelangrijke oppositie te overtuigen; wij denken hier vooral aan zeer waardevolle medewerkers zoals de leden van de politieke kommissie: de heren Grootjans, Seghers en Van Eynde, oud-minister Theo Lefèvre en diens kabinetchef Van Remoortere, de professoren Deleeck en Janssens van de UFSIA, Devreese en Brutsaert van het RUCA, Dhr. Derine, voorzitter van de Algemene Vergadering van de UFSIA, Dhr. F. Nédée die vroeger deze funktie bezette, de Hoge Raad van de UFSIA die nauw samenwerkte met de ekonomische en sociale middens uit het Antwerpse, Mevr. De Groote, ondervoorzitter van de Raad van Beheer van het RUCA, Dhr. Portier, en nog vele anderen.
De definitieve stap werd gezet in 1971. Op 7 april verscheen de ‘Wet houdende de oprichting en de werking van de Universitaire Instelling Antwerpen’Ga naar eind(13). Vaak zal men nu ook de benaming Universiteit Antwerpen ontmoeten: dit is een verzamelnaam voor de UIA, het RUCA en de UFSIA. De UIA zal diploma's uitreiken | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 84]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voor de volgende specialiteiten (licentiaats- en doktoraatsniveau alleen): scheikunde, wiskunde, natuurkunde, biologie, genees-, heel- en verloskunde, rechten, politieke en sociale wetenschappen, romaanse filologie en germaanse filologie, evenals aggregaatdiploma's Hoger Sekundair Onderwijs voor wiskunde, scheikunde, natuurkunde, biologie, romaanse en germaanse filologie. Wel is het zo dat de drie bestaande inrichtingen vóór 1975-1976 geen nieuwe initiatieven zullen nemen voor het uitbreiden van hun respektievelijke inrichtingen.
De UIA is een nieuwe universitaire instelling en dit in menig opzicht. Zij wil bijvoorbeeld elke verzuiling doorbreken en een open instelling zijn op pluralistische basis. Dit betekent dat ‘personen tot de katholieke denkrichting en de niet-katholieke denkrichting behorend’Ga naar eind(14) zowel wat betreft professoren, assistenten als studenten, binnen een zelfde verband samenwerken. ‘Geen enkele levensbeschouwing mag zich geminoriseerd voelen’Ga naar eind(15).
De doelstelling van de UIA zijn drieërlei. Allereerst en voornamelijk wil de instelling wetenschappelijk onderwijs verstrekken, onderzoek verrichten en stimuleren, en sociaal dienstbetoon verlenen. De bedoeling is dus wel aan de reële behoeften van de moderne maatschappij te voldoen en daarom nauw in kontakt te blijven met de ‘ekonomische, sociale en kulturele middens in het Antwerpse’Ga naar eind(16) en uiteraard in heel Vlaanderen.
Vervolgens wil de UIA ook het postuniversitair onderwijs voor haar studierichtingen verzorgen, zoals het RUCA en de UFSIA het reeds lang deden voor hun richtingen, zodat ook daar voortdurend scholing en vorming mogelijk worden.
En ten slotte is het de bedoeling samen met de UFSIA en met het RUCA een volledige universiteit te vormen. Dat zal vooral de taak zijn van een nog op te richten koördinatiekomitee tussen de drie instellingen.
Er zijn nog andere innovaties. De departementen vormen de basisstenen van de instelling. ‘Het departement is een functionele eenheid die, gegroepeerd rond een bepaalde discipline’, bijvoorbeeld Rechten, ‘het onderwijs in deze discipline verzorgt’Ga naar eind(17), dus in alle fakulteiten waar een kursus Rechten op het programma staat, ten minste in ons voorbeeld. Het departement staat ook in voor programmering, onderwijs en onderzoek in de specialiteit. Leeropdrachten worden niet langer meer toegekend ad vitam zoals dat in de nu bestaande universiteiten wel het geval is. Een hoogleraar aan de UIA wordt benoemd voor een vernieuwbare periode van telkens vijf jaar. Permanente kurrikulumkommissies verzorgen het overleg tussen de diverse departementen onderling. Afgevaardigden van de akademische overheid (drie leden) en van de studenten (eveneens drie leden) ontmoeten elkaar geregeld in de Agendakommissie die iedere kwestie op de agenda kan brengen. Zodoende worden de studenten ook rechtstreeks betrokken in het beleid van de UIA door hun afvaardiging in wat ‘de hoogste disciplinaire instantie’Ga naar eind(18) van de instelling heet te zijn. De hoge leiding van UIA berust evenwel bij de Raad van Beheer.
Een andere niet onbelangrijke nieuwigheid is de jaarindeling. Tans is het zo dat | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 85]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aan onze universiteiten het akademisch jaar bestaat uit een lesperiode van oktober tot ongeveer half mei, een ‘blokperiode’ en twee eksamensessies met daartussen de vakantie. De lesperiode wordt onderbroken door de paas- en kerstvakantie en eventueel door de partiële eksamens. Aan de UIA is het akademisch jaar echter ingedeeld in vier trimesters van elk dertien weken. Elk trimester bevat een lesperiode van tien weken, een eksamenperiode van één week en twee weken vakantie. Het vierde trimester blijft echter aanvankelijk een vakantieperiode over de dertien weken. De materie van een bepaald vak kan dus worden gegeven in één trimester (of meer) en niet meer noodzakelijk over een heel jaar. Eksamens kunnen worden afgelegd onmiddellijk na de lesperiode indien de stof is afgewerkt, met dien verstande dat een student, zoals de wet het voorschrijft, binnen één akademisch jaar niet meer dan tweemaal eksamen mag afleggen over dezelfde stof. Het is wel zo dat de student vrij is eksamen af te leggen of niet in een bepaalde periode; zo kan hji zijn eigen werkplanning beter aanpassen en volgen. De koncentratie van de leerstof op een kortere periode zal dan ook het dieper ingaan op de inhoud ervan vast en zeker bevorderen.
Deze jaar- en eksamenindeling heeft ook tot doel de ‘zelfaktiviteit van de studenten zoveel mogelijk te stimuleren’Ga naar eind(19) evenals de hoorkolleges tot een minimum te herleiden. Er zal ook gepoogd worden om aan permanente evalutatie te doen. Zodoende probeert de UIA niet enkel wetenschapsmensen te vormen maar vooral ‘mensen die kritisch kunnen staan ten opzichte van eigen denkarbeid en de plaats die hun discipline in de gemeenschap inneemt’Ga naar eind(20). De programma's werden samengesteld met medewerking van hoogleraren en wetenschapsmensen uit de diverse universiteiten. Ook enkele artsen en mensen uit het bedrijfsleven die niet rechtstreeks zijn betrokken bij het universitair onderwijs, werkten mee aan het opstellen van de programma's: zo hoopt de UIA, zoals de UFSIA en het RUCA, een maatschappelijk gerichte universiteit te zijn en geen ivoren toren van wetenschap waarvan het nut in twijfel kan worden getrokken, vooral gezien de hoge kosten die een universitaire instelling oplegt aan de gemeenschap.
De UIA start op een kampus te Wilrijk in pas voltooide gebouwen. Een aan de gang zijnde architektenwedstrijd moet binnenkort een bouwprojekt bekronen dat zal worden uitgevoerd om over een volledige nieuwe en moderne dagkampus te beschikken even buiten de stad. Speciale buslijnen werden ingelegd om de verbinding met de stations in het Antwerpse en kampus gemakkelijk te maken.
Op maandag 2 oktober werd het eerste effektief akademiejaar geopend. De vergadering van de Raad van Beheer benoemde op 31 mei reeds de eerste hoogleraren voor alle departementen; ook het wetenschappelijk personeel werd reeds aangeworven.
Antwerpen heeft met de UIA een unieke kans gezien ‘om een universiteit uit te bouwen, aangepast aan haar eigentijdse opdracht in de maatschappij, nl. onderwijs verstrekken en wetenschappelijk onderzoek verrichten, beide in dienst van de gemeenschap’Ga naar eind(21). Dit kan enkel de kultuur van onze Vlaamse gemeenschap versterken. Wij wensen de UIA dan ook een goed start en veel sukses. De nieuwe | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 86]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en moedige opvattingen van de vernieuwing die zij brengt in het Belgisch universitair onderwijs zijn een garantie voor een bloeiende toekomst. Men kan slechts hopen dat de samenwerking van de UIA met andere Vlaamse universiteiten, en vooral met de UFSIA en het RUCA zullen leiden tot een efficiënte ontwikkeling van onze Vlaamse kultuurgemeenschap. De taak van het vast bureau van de UIA, en speciaal van zijn rektor, Dhr. Vanden Driesche, is vast niet eenvoudig, maar wel zeer mooi. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 87]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tabel I: Deelname van de mannelijke jeugd aan het universitair onderwijs (Akademiejaar 1961-1962).
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 88]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tabel II: Deelname van de vrouwelijke jeugd aan het universitair onderwijs (Akademiejaar 1961-1962).
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 89]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tabel III: Verhouding van het aantal studenten der vier universiteiten tot de bevolkingsgroep van 19-24 jaar van de provincie en het arrondissement waar de universiteit is gevestigd.
Uit Bijdragen tot de studie van ruimtelijke welvaartsverschillen in België; Deel II, o.c., pp. 56-60. Ook overgenomen in Ruimere kansen..., o.c., p. 50. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tabel IV: Weerslag op de studiekeuze van de instellingen voor hoger onderwijs in de provincies Antwerpen en Henegouwen (1957-1958).
Uit V.E.V., Antwerpen, 1959; ook vermeld in Ruimere kansen..., o.c., p. 52. |
|