‘Der feurige Engel’ van S. Prokofieff in het Festival van Vlaanderen.
Voor de opvoering van
Der feurige Engel van S. Prokofieff, in het kader van het Festival van Vlaanderen waren de verwachtingen hoog gespannen. Weken voor de prezentatie was de Gentse operazaal vrijwel uitverkocht. Dat was niet te verwonderen, omdat de grandioze realizatie van dit werk door de opera van Frankfurt in 1969 destijds door de hele muziekpers unaniem als de grootste teatergebeurtenis van het jaar werd gekwalificeerd. De reputatie van die vertolking waaide vlug over de grenzen en vele vooraanstaande operacentra nodigden het gezelschap uit. De Frankfurter Oper trad op in Parijs, Londen, Edingburgh, Athene, Genève
Der feurige Engel van Serge Prokofieff, door de Städtische Bühnen van Frankfurt am Main.
en Firenze, en op zondag 10 september te Gent, op uitnodiging van het Festival van Vlaanderen.
Tot op heden heeft S. Prokofieff (1891-1953) zijn populaire bekendheid te danken aan zijn symfonische bladzijden, koncerto's, balletpartituren en filmmuziek, en minder aan zijn opera-oeuvre. Dat is verwonderlijk, wanneer men konstateert dat de Russische toondichter niet minder dan acht opera's schreef. Daaronder treft men wel enkele titels aan waarvan de naam altans vrij vertrouwelijk klinkt: De liefde tot de drie oranjeappelen, Oorlog en vrede, en De speler, dat in 1929 in de Muntschouwburg te Brussel werd gekreëerd. De meeste van die acht opera's kwamen op het westerse operapodium nog niet voor het voetlicht.
Der feurige Engel staat in Prokofieffs oeuvre gekatalogiseerd als opus 37. Het werk werd gekomponeerd enkele jaren na de humoristische operafantazie De liefde tot de drie oranjeappelen. Amper één jaar na zijn aankomst in de Verenigde Staten, nl. in 1919, zette de komponist zich aan het werk. Acht jaar later, in de zomer van 1927, beeindigde hij de partituur te Ettal in de Beierse Alpen. Het werk kende aanvankelijk weinig sukses. Prokofieff zelf herwerkte de oorspronkelijke partituur nog tweemaal. Geen enkel van die drie versies heeft de komponist opgevoerd gezien. Daar zijn schepping bij niemand - Bruno Walter uitgezonderd - in de smaak viel, vatte Prokofieff het plan op uit het werk een symfonische suite te distilleren. Deze opzet werd in 1928 uitgewerkt.
Zijn Derde symfonie (opus 44) werd gekonstrueerd met ideeën uit de opera. Na enkele koncertuitvoeringen beleefde de opera zijn eigenlijke wereldkreatie in het ‘Teatro La Fenice’ te Vene-