was fenomenaal. Met eenvoudige middelen in een open ruimte met een buizen staketsel als dekor, werd knap geakteerd. Het Roemeens werd in overzichtelijke stukken direkt vertaald, waarbij de akteur even ophield, Christel Adelaar las de vertaling, alles ging op een speelse vlotte wijze. Het was bijzonder inventief.
De prins tekent zijn menselijke situatie zeer scherp als hij zegt: Ik ben zo jong, de wereld is zo oud. Het is een leven op de rand van de waanzin met de dood in je schoenen, met de liefde in je lichaam, met de verveling om de dingen die gedaan moeten worden, met de luiheid van niet te willen en met de doelloosheid van de leuze, de moraal.
Voeg bij deze opvoering de bijzondere TV-uitvoering van een bewerking van Büchners ‘Woyzeck’ van Anne-Marie Prins op 4 mei j.l. en je ziet dattoneel niet dood is maar dat er wat gedaan kan worden om het springlevend te maken. Ik heb deze vergeten kroniek maar opgedolven om de teleurstelling weg te spoelen van boven beschreven bruid.
Als u het laatste nieuws over Shakespeare wil weten, moet u het aug.-sept.-nummer 1972 van Bres opslaan. Daar vindt u een interview van Hubert Lampo met de heer J.W. Bergsneider die de onthutsende teorie verkondigt: ‘Shakespeare... was geen Engelsman, maar een Vlaming. Een geboren Antwerpenaar!’ Schilderijen van Rubens worden ook als bewijsmateriaal aangehaald en getoond. Dat zal de Vlamingen een trots hart onder de riem steken. Het wordt tijd dat in de Sinjorenstad een standbeeld voor deze geniale zoon wordt opgericht.
Piet Simons