Wat doen we met deze bruid?
De toneelgroep Theater speelt dit seizoen: ‘De bruid aan huis’ van Lope de Vega, onder regie van Theo Kling in de vertaling van Dolf Verspoor, dekor en kostuums van Eline van Dreght en muziek van Cor Lemaire.
De Spaanse schrijver Lope de Vega (1562-1635) is de maker van zo'n 1500 toneelstukken. Bovengenoemde bruid is een intrigeblijspel met alle mogelijke verwikkelingen, verwarringen, vermommingen en misverstanden rond een verliefde jongeman, een tegenwerkende vader, een charmant doortastend meisje, enz. Liefde, eer, jaloezie, zijn tema's die telkens terugkeren in deze situatiekomedie. Als regisseur kan men met zo'n stuk vele kanten in, hier had Theo Kling gekozen voor een soort musicalvorm met wat liedjes in een mooi gestileerd dekortje met tule voorgordijnen en een wat springerige mise-en-scène. De twee vader-figuren (Albert Abspoel en Jerôme Reehuis) in een soort commedia dell'arte-stijl kwamen het best en aardigst uit de verf, maar verder was het vrij onnozel. Lope de Vega liikt me, altans in dit stuk en in deze presentatie, verre de mindere van zijn leerling-vriend Tirso de Molina (1584-1648), van wie een tiental jaren geleden de Haagse Comedie een voortreffelijke opvoering gaf van zijn ‘Don Gil met de groene broek’. Dit musical-achtig geval was voor mij een mislukking. Men kan zo'n stuk op verschillende wijze interpreteren en adapteren. Men had voor mijn gevoel beter gedaan als men wat meer naar de burleske volkse kant was uitgegaan, met misschien wat tijdsaanduidingen van het Spanje uit de 16e eeuw met daarin de situatie van de vrouw die geborgenheid zocht in een rijk huwelijk en van daaruit eventueel kwinkslagen en associaties naar de moderne tijd. De vertaling van Dolf Verspoor, die anders toch wel blijken heeft gegeven van vindingrijkheid, leek me ook erg mat. Een enkel grapje als het scheldwoord ‘kommunist’ en zoiets als ‘verliefde Piggelmee’, viel wat verloren in een weinig spitse of boeiende dialoog.
Jammer voor de bruid, maar wat doe je er mee? Voor mij hoeft het (ze) zo niet.
Piet Simons