kleinkunst
Heist: het roer omgooien of opdoeken.
Niets is erger dan middelmatigheid en het Heistse Humorfestival '72 haalde bij tijden zelfs de middelmaat niet. De ‘Raad van Beheer’ van het festival heeft hiervoor een aantal verontschuldigingen, (te weinig tijd wegens fusiemoeilijkheden, te krap budget) maar de festivalgangers hebben gelijk als ze dit niet pikken. Beter géén dan een slecht festival en 1972 was slecht. Dat zullen nu ook de verantwoordelijke personen van de teaterbureaus (Kris Bouchard en Nico Mertens) wel weten. Vooral Kris Bouchard maakte het bont. Hij kontrakteerde een aantal artiesten die er helemaal niets van terecht brachten. Ofwel kent Bouchard zijn vak niet, ofwel heeft hij lak aan het publiek, en dat is wel de ergste fout die de leider van een teaterbureau kan begaan. Vanzelfsprekend bewijst hij ook ‘zijn’ artiesten een zeer slechte dienst, door ze door publiek en pers te laten weghonen.
Mij blijft het verbazen dat na zoveel jaren festival, Heist nog altijd niet begrepen heeft, dat niets zo dodend is als gebrek aan niveau. Wie de pers van overdreven strengheid beschuldigt, weet niet dat hij voor middelmatigheid pleit. Heist moet ervoor zorgen dat het voor de artiesten boeiend en belangrijk wordt te mógen komen. Artiesten moeten vooraf weten dat ze zich op een festival niet kunnen veroorloven, artistiek de mist in te gaan. Het ‘effe centen halen’ zal er dan niet meer bij zijn. Ook niet het tergend geklungel met mikrofoons, de kampvuurnummers, de schoolfeestjesstijl. Heist moet het roer omgooien of opdoeken.
Moet dit nu betekenen dat er geen plaats meer is voor vrolijkheid? Sommigen geloven dat niveau en populariteit nu eenmaal onverzoenbaar zijn. Ik ben zo vrij dit niét te geloven. Wie er de perskritieken van de voorbije jaren over Heist op wil nalezen zal vaststellen dat goede prestaties steevast een goeie pers kregen, en ik kan getuigen, dat het publiek zich ook telkens best amuseerde.
Een goed festival betekent een goede ‘ambiance’; een sfeer van verstandhouding tussen artiesten en publiek. Heist zal nooit bereiken wat op de Gentse Feesten mogelijk is, maar toch moet het die richting uit.
Een goed festival is een festival met autentieke kunstenaars, zonder gladde scènejongens die een typetje spelen. Het brengt ook mee dat het grote Knokke-Heist in het festival gaat investeren. Als Heist geen parochie wil zijn van Knokke moeten de bestuurders zelf een fijn, demokratisch, vrolijk festival willen. Willen ze dat? Of zijn ze al best tevreden als er in zaal Ravelingen ‘iets’ gebeurt? Afgaande op het peil van het festival '72 zou je geneigd zijn dit laatste te geloven.
Heist heeft vrij spoedig kontakten gezocht met de Nederlandse pers, nadat Nederlandse artiesten naar de kust kwamen. De programmatie gaf deze journalisten praktisch elk jaar de gelegenheid om stukjes vol verbijstering naar hun kranten door te seinen. Je kon ook de gekste dingen meemaken: zeer goede artiesten stonden schouder aan schouder met naïeve onverlaten, die met een glimlach de ijskoude zaal trotseerden. Soms waren de klungelaars Nederlanders, meestal niet. Als Heist nog festival-ambities heeft, wordt het de hoogste tijd dat een deskundig team van talentzoekers op pad wordt gestuurd. Je kunt niet elk jaar een Raymond Devos strikken, maar je moet er wel naar streven...
Jaak Dreesen