kleinkunst
Fusion Moderne in de Suite
Aan de Willemparksweg te Amsterdam is een kamermuziekcentrum gevestigd waarin jonge kunstenaars kans krijgen op te treden. Het aksent valt op de hedendaagse en dan nog bij voorkeur op de Nederlandse toonkunst. De naam ‘De Suite’ wijst op de primitieve vorm: een dubbele kamer. Soms is het er afgeladen en hebben op het gangpad en zelfs in de gang luisteraars plaats genomen. De sfeer is er altijd voortreffelijk, hoogst ongedwongen, onlangs werd een nieuwe vleugel aangeschaft.
Als ik me dit seizoen voor de geest haal dan stuit ik op een voortreffelijk koncert (10 januari) door het Belgisch-Nederlandse Fluitkwartet samengesteld uit Abbie de Quant fluit, Rudolf Werthen viool, Roland Coryn altviool, Marcel Legneux cello (de laatste drie vormen met Louis Pas het verdienstelijk Vlaams Pianokwartet). Dan herinner ik me (31 januari) een introvert gevoelig Canadees violist: Warwick Lister en een daarentegen zeer emotioneel musicerende celliste Lidewij Scheifes (7 februari). Maar een echt ‘ouderwetse’ Suite-avond schonk pas de basklarinettist Haary Sparnaay. Wat zijn niveau betreft, het zegt eigenlijk al voldoende wanneer ik er aan herinner dat hij voor 19 maart werd uitgenodigd mee te werken aan het improvisatiekoncert van de Tsjechische avantgardist Ladislav Kupkovitsj in Darmstadt voor onder meer de première van diens Meeting (1972). Sparnaay musiceert daar met specialisten als Caskel, Gelhaar en Fritsch. En terecht, want hij is van dat formaat. Al eerder liet hij zich trouwens in De Suite horen, namelijk in kombinatie met fluit, piano en slagwerk. Daarnaast speelt hij in het Nederlands Klarinetten Kwartet terwijl hij op het onderhavige koncert optrad samen met de pianist Polo de Haas in het ensemble ‘Fusion Moderne’. Alle 6 de werken waren geschreven voor dit duo: ‘Fusion’ van Rob du Bois, ‘Music’ van Theo Loevendie, ‘Fusion’ van Anestis Logothetis (een grafiek die in twee versies ten gehore werd gebracht), een nieuwe versie van ‘1000 Frames’ van David Porcelijn, ‘Piano’ van Polo de Haas en ‘Hartepijn’ van Paul van Veelen. Stuk voor stuk ook komposities die de laatste jaren geschreven zijn. Wel: dat is nu een Suite-programma in optima forma.
De ‘Music’ voor basklarinet en piano van Theo Loevendie sprong er naar mijn gevoel enigszins uit, want deze komponist kende ik voornamelijk van zijn jazz-aktiviteiten. Hij is werkzaam in een drieledige funktie van jazz-musikus, kompositieleraar aan het Rotterdamse Conservatorium en komponist van klassieke avantgarde. Maar die laatste kwaliteit is de minst bekende. Voor het Rotterdams Filharmonisch Orkest werkt hij tans aan een kompositie voor hoornsolo, hoornkwartet en orkest waar ongetwijfeld jazzy-effekten aan te pas zullen komen. Geen bezwaar in ieder geval voor de trompettist John Floor en de trombonist Frans van Luin, waar beiden hebben gespeeld in Boy's Big Band. Van '66 tot '68 leidde Loevendie dit ensemble, daarna formeerde hij het Theo Loevendie Consort. Vorig jaar liet hij zich in het Holland Festival horen in een kompositie voor amateurs Esperanza (samen met Bernard van Beurden). Daarnaast schreef hij onder meer film-, toneel- en balletmuziek. Opnames: Loevendie Trio op Stairs Artone (MDS-S 3044), Loevendie Consort op Catfish (054.24152).
Ernst Vermeulen