Maison Descartes presenteert het Internationale Festival voor eigentijdse kunst te Royan.
In de kleine zaal van het Concertgebouw en in de Waalse kerk te Amsterdam vinden (schaarse doch doorgaans verzorgde manifestaties plaats van typische Franse aard: aktiviteiten van het Institut des Pays-Bas Maison Descartes. Meestal betreft het een presentatie van jonge uitvoerende kunstenaars. Niet de werken maar die uitvoerenden staan dan centraal. In dat opzicht verschillen de koncerten ook niet van de gebruikelijke impressariaats-avondjes. Maar woensdag 2 februari werd dit gebruikelijke pousseren van jong talent doorbroken: niet de uitvoerenden waren met grote letters aangekondigd maar de werken. Of preciezer: één komponist vooral: André Boucourechliev. Een schandaal eigenlijk dat deze gang van zaken ongebruikelijk is en niet andersom...
Het koncert stond tevens in het teken van het 9e Internationale Festival voor eigentijdse kunst in Royan (25-31 maart), vandaar ook de medewerking van het Office National du Tourisme Français dat de bezoeker met niet direkt voor allen plaatsbare folders van landschappelijk schoon bestookte. Voor vele koncerten is zulk ekstra leesvoer een uitkomst. Ik wil niet verhelen dat de kritici doorgaans de achterste rijen opzoeken, met rugdekking dus, de zogenaamde kouchetteplaatsen waar menig uiltje geknapt wordt tijdens een ekstra langdradig uitvallende Brahms-sonate of wat dies meer zij. Ach ja, waarom daar niet eens eerlijk voor uitgekomen? Deze maal echter was de volledig bezette, uitpuilende zaal alerter dan ooit, inklusief de kritici.
Claude Samuel, medewerker aan de O.R.T.F. en tevens adviseur van genoemd festival leidde Boucourechliev bij ons in met een vraaggesprek in de stijl die de Franse omroep kenmerkt.
De komponist is geboren in 1925 in Sofia maar studeerde aan de Ecole Normale de Musique te Parijs waar hij tans doceert. Ervaring aan de elektronische studio te Milaan en aan de ‘Service de la Recherche’ van de Parijse omroep, in '63-'64 studies in de Verenigde Staten. Kritieken in de Nouvelle Revue française, Réforme en Preuves. Komposities onder meer: Musique à trois, Sonate pour piano, Texte I et II (toonband), Signes, Grodek, Musiques nocturnes en de serie Archipels. Ondanks het avantgardistische engagement aansprekelijke stukken zoals bijvoorbeeld ook die van Globokar en Miroglio. Op de klank gemaakt zogezegd, zeer direkt van werking. Waar Archipel I uit 1967 voor twee piano's en twee slagwerkers de open vorm hanteert (verwisselbare, kombinatoire strukturen) kon men op dit koncert twee verschillende versies laten horen die inderdaad sterk verschilden: de eerste had een temperamentvolle omlijsting van een poëtisch centrum terwijl de tweede (veel beter werkende) juist het middendeel vulkanisch neerzette. Die term is niet voor niets: de pianisten Georges Pludermacher en Christian Ivaldi spelen met vuur, zo van: ‘Is er