benaderen. Neem bijvoorbeeld de Nederlands uu-klank. Die wordt ‘joe’ in het Japans, en het Nederlandse ‘ui’ wordt ‘oi’. Het is de Japanner praktisch niet mogelijk de Nederlandse ‘eu’ en ‘g’ korrekt uit te spreken. De ‘r’ houdt bij de Japanner het midden tussen ‘r’ en ‘l’, waartussen in het Nederlands een opvallend verschil bestaat.
Naast die uitspraakmoeilijkheden zit de Japanse vertaler met de kwestie van het alfabet. In Japan wordt het fonetisch alfabet, genaamd ‘katakana’, gebruikt om vreemde persoons- en plaatsnamen te schrijven. Naast de ‘katakana’ bestaat er nog een ander fonetisch alfabet, in Japan bekend als ‘hiragana’. Tenslotte zijn er nog Chinese lettertekens, de ‘kandji’, een soort hiërogliefen die in vroeger tijden uit China werden ingevoerd. Dit zijn dus de drie soorten lettertekens die in Japan gebruikt worden. De kandjiletters hebben in de letterkunde altijd een zeer belangrijke rol gespeeld. Een Japanse zin is een mengsel van ‘hiragana’ en overwegend ‘kandji’. De eigen funktie van elke soort lettertekens in de Japanse zin maakt de vertaler bij zijn arbeid het leven zuur.
Een andere niet te negeren moeilijkheid schuilt in de woordkeuze. Er zijn heel wat verschillen tussen de taal gebruikt voor het Japanse kinderboek en de taal in de geschriften voor volwassenen. Het zou mij te ver leiden als ik de reden daarvan volledig zou willen verklaren. Laat mij volstaan met de vaststelling dat de reden te vinden is in de specifieke eigenschappen van de ‘kandji’. In Japanse boeken voor volwassenen worden veel kandji-woorden gebruikt, maar in kinderboeken dienen ze zoveel mogelijk vermeden te worden en vervangen door woorden van Japanse oorsprong. Een Japanse jeugdschrijver moet zich dus bij het schrijven of vertalen van een boek inspannen om die woorden te kiezen die het meest geschikt zijn voor kinderen.
Misschien zal de lezer opperen dat dit geldt voor elke taal. Dit is waar. Alleen neemt het verschil in woordkeuze in het Japans uitzonderlijke afmetingen aan. Het is zelfs zo, dat mannen in de omgangstaal voor hetzelfde begrip andere woorden gebruiken dan vrouwen. Eén enkel voorbeeld zal duidelijker zijn dan een lange uitleg. In Ze verdrinken ons dorp zegt het meisje Leontine ergens: ‘Ik heb de biljetten gelezen’. Daar de spreker een meisje is, wordt dit in het Japans: ‘Watasi wa bira o jondawa’. Veronderstel even dat er een jongen aan het woord zou geweest zijn, dan zou er moeten staan: ‘Boku wa bira o jonda’.
Na de Tweede Wereldoorlog werd in Japan een nieuwe grondwet van kracht en de Japanse vrouw kreeg dezelfde rechten als de Japanse man. Niettemin bleef het onderscheid in geslacht in de woordkeuze ongewijzigd. Natuurlijk zijn er Japanse vrouwen die spreken als mannen, maar de meesten gebruiken ‘vrouwelijke’ woorden uit louter gewoonte.
Dat ‘boku’ van het jongentje, tegenover het ‘watasi’ van het meisje, vergt nog verdere uitleg. Een Japanner kiest zijn persoonlijke voornaamwoorden volgens uitgewerkte regels, afhankelijk van de sociale status van zijn gesprekspartner. ‘Ik’ kan op heel wat verschillende manieren uitgedrukt worden, en zo is ‘watasi’ een veel voorkomende, beleefde vorm, gebruikt door mannen en vrouwen. ‘Boku’ wordt alleen door mannen gebruikt, als ze spreken met personen van gelijke of la-