Met de uitgave van een dergelijk jaarboek wil de vereniging een tijdschrift in het leven roepen dat de wetenschappelijke bedrijvigheid van de Vlaamse musikologen tot over de grenzen zou uitdragen. ‘Uitgaand van een zuiver historisch standpunt, willen zij de muziekgeschiedenis in al haar onderdelen (zoals de hermeneutiek, de stijlkritiek, de uitvoeringspraxis, de muziekpaedagogiek, de muziekfilosofie enz.)
Het enig bekende portret van Joseph-Hector Fiocco (destijds in het bezit van P. Creten uit Antwerpen) afgedrukt in de derde bundel van de ‘Monumenta Musicae Belgicae’.
behandelen, buiten elke betrachting van kunst-aestetischen aard, en hun doelstelling richten op het bepalen van de beteekenis der muziek, in het raam der algemeene geestesgeschiedenis... Dit Jaarboek, dat vóór alles een
Vlaamsch tijdschrift wenscht te zijn, zal een welafgebakend terrein betreden: Het wil den nadruk leggen op de geschiedenis der
eigen Vlaamsche muziekkunst’, zo lezen we in het voorwoord tot de eerste uitgave.
Ook hier is de inhoud afwisselend. De eerste jaarboeken waren uitsluitend gewijd aan muziekwetenschappelijke studies. Het laatste jaarboek van 1959 besteedt ook aandacht aan de muziekaktualiteit. Een willekeurige greep uit de inhoud van de vijf jaargangen kan wellicht enige indruk geven van de wetenschappelijke waarde en substantiële inhoud: Dokumenten betreffende de muziekkapel aan het hof te Ferrara (W. Weyler), Het muziekhistorisch belang der catalogi en inventarissen van het Plantinsch archief (J.A. Stellfeld), Giaches de Wert, zijn betrekkingen met bekende tijdgenoten (I. Bogaert), De muziek in Vlaanderen in de eerste helft van de XIXe eeuw (A. Corbet), De ‘geestelijke madrigalen’ van Filip de Monte (P. Nuten), Nederlandse luittabulaturen uit de zestiende eeuw (R.B. Lenaerts), het vraagstuk van de tekstbehandeling in Schuberts ‘Winterreise’ (J.L. Broeckx).
Wanneer de Vereniging voor muziekgeschiedenis te Antwerpen tot ver in het buitenland naam heeft gemaakt, dan is dat op de allereerste plaats te danken aan de unieke uitgave van de Monumenta Musicae Belgicae, aanvankelijk in samenwerking met de Antwerpse uitgeverij ‘De Ring’, sedert 1960 met het Musicologisch Seminarie te Leuven. Dat verscheidene delen vrij vlug uitverkocht waren, getuigt ongetwijfeld van de hoge waarde en de uitzonderlijke inhoud van de reeks. De wetenschappelijk gefundeerde uitgave, zowel als de luksueuze vormgeving maken van elk deel een kostbare publikatie - zowel letterlijk als figuurlijk - en een aanwinst voor elke muziekbiblioteek. De enorme vraag vanuit het buitenland heeft de Amsterdamse uitgeverij Swets & Zeitlinger ertoe aangezet de uitverkochte boekdelen in anastatische herdruk te reproduceren. Zo ligt de hele reeks Monumenta Musicae Belgicae met tien nummers tans opnieuw volledig beschikbaar in de handel. Een elfde bundel is in voorbereiding. 1. J.B. Loeillet, Werken voor klavecimbel (J. Watelet, 1932), 2. A. (van den) Kerckhoven, Werken voor orgel (J. Watelet, 1933-1968), 3. J.H. Fiocco, Werken voor klavecimbel (J. Watelet, 1936), 4. Ch. Guillet, G. (de) Macque en C. Luython, Werken voor orgel of voor vier speeltuigen (J. Watelet, 1938-1968), 5. J. Boutmy, Werken voor klavecimbel (J. Watelet, 1943-1969), 6. D. Raick en C. van Helmont, Werken voor orgel en/of klaveclmbel (J. Watelet, 1948-1970), 7. G. Havingha, Werken voor klavecimbel (J. Watelet, 1951), 8. P. de la Rue, Missae (R.B. Lenaerts en J. Robijns, 1960), 9. Nederlandse polyfonie uit Spaanse bronnen (R.B. Lenaerts, 1963), 10. E. Adriaenssens, Luitmuziek uit het Pratum Musicum (G. Spiessens, 1966), 11. H. Beauvarlet, Een keuze uit de
missen (J. Robijns, in voorbereiding).
De belangrijkheid van deze uitgaven kan nauwelijks overschat worden. In vele gevallen gaat het om eerste en enige moderne publikaties van werken die behoren tot het beste en meest karakteristieke uit ons rijk muzikaal verleden. Een typisch voorbeeld van eerste uitgave is o.a. de Missae quatuor vocum van Theo Verhelst, die door R.B. Lenaerts afgedrukt werd in de negende bundel met Nederlandse polyfonie uit Spaanse bronnen. Die Nederlandse komponistennaam ontdekte men bij het onderzoek van een handschrift te Montserrat. Over zijn leven en werk is tot nog toe niets bekend.