doek en van tekening tot tekening, te bevestigen. Ook dat heeft een rol gespeeld bij de onderschatting van zijn werk.
Aanvankelijk behandelde Wauters gangbare onderwerpen: volkstypes en boerenmensen, naast stads- en Leiezichten. Later ging zijn aandacht eveneens uit naar moeders en kinderen, naar het cirkus, maakte hij reeksen houtskooltekeningen en liet hij de eerste... prostituées zijn wereld binnentippelen.
In een drietal stadia, lopend van 1925 tot 1952, heeft Alex Wauters het werk uit zijn allerlaatste periode onderbewust voorbereid. Dit gebeurde nogal sporadisch in het begin, maar kwam sterker tot uiting in de derde fase. Kleurenkeuze, figuuruitbeelding, materiebehandeling, psychische inbreng, vervreemdingseffekten, lichtgebruik en sfeerschepping kondigden, in diverse richtingen, de onthutsende komposities uit de laatste jaren van zijn leven aan.
Tot 1952 was Alex Wauters tevens voortdurend bezig met het zoeken naar en het ontdekken van nieuwe technieken. Hij eksperimenteerde met de verf, die hij nu eens in dunne lagen, dan weer in vlugge toetsen of intensvibrerend gebruikte. Soms gaf hij zijn doeken het aanzien van oud leder, op andere momenten paste hij een procédé toe dat aan tapijtwerk deed denken. Achteraf bekeken lijkt het er op dat Wauters zich ook ambachtelijk heeft willen testen en bevestigen, vooraleer zich totaal los te maken van de konventionele schildersverbeelding, om de innerlijke kwellingen en afwijkingen (iemand heeft gesproken van de... innerlijke mestvaalt) van de hedendaagse mens, d.m.v. de schilderkunst, aan de oppervlakte te brengen. Al de vreemde aandriften die Alex Wauters
Insekten-fobie I, een tekening van Alex Wauters.
sedert jaren heeft genoteerd, al de obsessies die zich geleidelijk van hem meester maakten, al de verdrongen kwellingen, verheimelijkte frustraties en behekste visioenen kregen overheersend vorm toen hij, in 1952, aan de Gentse Universiteit, bij professor Gunzburg kriminologie en bij professor De Busscher psychiatrie ging volgen. Evokaties in verband met prostitutie, justitie en psychiatrie werden dominerend en de mens die Wauters altijd centraal, maar nooit erg lieflijk had gezien, kreeg een ruine-achtig, soms beest-achtig voorkomen en weerspiegelde de achterbuurten van het gemoed en de waanbeelden van de geest. Wauters' verworvenheden inzake techniek, kleur en materie werden - met meesterhand- in dienst gesteld van zijn pessimistisch engagement, van zijn ingewikkelde visie, van zijn makabere liefde. De eens frivole prostituées evolueerden tot noodlotsfiguren, de rechters en advokaten tot monsters, de gewone ‘beladenen’ tot menselijk puin. Bij gebrek aan gegevens weten we niet veel van de basisoorzaken, belevenissen en herinneringen die Wauters hebben aangezet tot het steeds weerkerend introduceren van bepaalde mismakingen, en tot de konditionering van zijn huiveringwekkende imaginatie. Zo vertelt Jan De Breucker dat de vader van Alex Wauters vaak uit vissen ging en dat de schilder, toen hij een kleine jongen was, meestal de gevangen vis moest schoonmaken en een geweldige afkeer had van dit karweitje. Eenmaal op de hoogte van deze reaktie wordt het begrijpelijk dat de kunstenaar Wauters, zijn jonge weerzin indachtig, sommige mensentypes, als reaktie, als beschuldiging en als specifikatie, met visbekken en karpermuilen bedenkt.
Elza D'Haen, de echtgenote van Alex Wauters, heeft er op gewezen dat haar man met zijn psychiatrische onderwerpen niet zo zeer de krankzinnige mens wenste weer te geven, maar eerder trachtte het absurde en krankzinnige, aanwezig in ieder schepsel, te benadrukken. Op zijn manier is Alex Wauters een moralist, behorend tot de eeuwenoude, hallucinerende en toch steeds jonge school van de Vlaamse fantastiek en kan men hem een geestelijke broer van Frits Van Den Berghe noemen.
Jan D'Haese