frans-vlaanderen
Het Nederlands in het Franse M.O.
In de rubriek ‘Frans-Vlaanderen: Aktualiteiten’ (O.E., 13e jrg., nr. 3) nam ik een bericht over uit Het Vrije Volk (20-2-1970) als zou de Franse onderwijsminister Olivier Guichard beslist hebben dat voortaan het Nederlands als tweede fakultatieve taal gekozen kan worden in het Franse middelbaar onderwijs. Nu blijkt dat bericht wel juist te zijn maar het moet toch enigszins genuanceerd worden.
Aan de hervormingsplannen van de Franse onderwijsminister inzake het talenonderricht in het M.O., ligt de ervaring ten grondslag dat de Franse leerlingen een nogal zwakke kennis van vreemde talen verwerven. Op 19 februari 1970 kondigde de Franse minister een dekreet aan waarbij het voor alle Franse leerlingen M.O. mogelijk wordt voortaan een van de volgende talen te kiezen als eerste vreemde taal (vanaf het 1ste jaar M.O.): Engels, Duits, Italiaans, Spaans en Russisch (voorheen was dat niet mogelijk voor het Russisch). De minister deelde mee dat hij de bedoeling heeft aan die 5 talen nog het Nederlands toe te voegen. Een tweede belangrijk punt uit dit dekreet is de mogelijkheid voor de leerlingen die dat wensen, een versterkt onderwijs eerste vreemde taal te volgen, in plaats van een tweede vreemde taal te kiezen vanaf het 4de jaar M.O.
Het kan echter nog enkele jaren duren eer de geplande regeling van kracht wordt voor het Nederlands (hetzelfde geldt voor het Italiaans en het Russisch), o.a. omdat er eerst voldoende leerkrachten beschikbaar moeten zijn. Het is duidelijk dat dit het eerst het geval zal zijn in die akademische omschrijvingen waar een leerstoel Nederlands bestaat. Dat is o.a. het geval voor Noord-Frankrijk met zijn leerstoel Nederlands aan de Rijselse universiteit.
De Franse plannen ten gunste van een versterkt onderwijs in een aantal Europese talen, kunnen ook worden gezien als blijken van goodwill tegenover de belangrijkste partners (o.a. Benelux) van Frankrijk in Europa. In verband hiermee zijn de woorden van Premier Chaban-Delmas' op een vergadering van het Haut Comité pour la défense et l'expansion de la langue française op 25 februari 1970 het citeren waard. De Franse Eerste-Minister zei o.m.: ‘Je suis conscient du lien qui existe entre l'audience que l'étranger accorde à notre langue et à notre culture et d'autre part, à la place que nous accordons nous-mêmes à la langue et à la civilisation des autres pays. Il incombera donc au ministre de l'éducation nationale, compte tenu des impératifs pédagogiques, de proposer aux èléves un choix aussi large que posible entre les grandes langues de culture. Il faut en effet, éviter de conférer un monopole de fait à une seule langue étrangère (de Premier bedoelt hier klaarblijkelijk het Engels), ce qui ne servirait ni les besoins de notre économie ni l'intérêt de nos enfants..’ (citaat uit Le Monde).
Erik Vandewalle