Taboes doorbreken.
Ongemeen verheugend is de integratie van het teater in het maatschappelijk leven. Het vervult niet alleen een ‘relakserende’ rol, het is niet alleen om de artistieke standing bezorgd, het tracht tevens tot bezinning aan te sporen en het publiek wegwijs te maken in de grote omwentelingen die zich op dit ogenblik in vele domeinen voltrekken. Bij het bestrijden van vooroordelen, bij het zoeken naar nieuwe steunpunten, bij het zuiveren van het klimaat vervult het een lang niet te onderschatten funktie. Dit alles leidt uiteraard tot een steeds strakkere houding en een verbeten weerstand bij reaktieonaire en konservatieve gezagdragers die m.i. echter uiteindelijk zullen dienen toe te geven, ten minste als de progressieve druk in het teaterleven niet vermindert. Het komt er derhalve op aan zo positief en zo konstruktief mogelijk - dit sluit kritiek, desnoods zelfs felle kritiek niet uit - ingesteld te blijven tegenover de soms bijzonder eigenaardige eksperimenten van geestdriftige en revolutionaire teatermensen.
In dit licht zou ik graag willen wijzen op een viertal produkties die treffend de eigentijdse sfeer illustreren, een sfeer die meer en meer tot uiting zou dienen te komen in de grote officiële gezelschappen die vooralsnog - weliswaar om onbegrijpelijke doch niet goed te keuren redenen - niet krachtig genoeg het progressief toneel op het voorplan brengen.
In Nederland heeft men een duidelijke voorsprong op Vlaanderen. Dit bleek uit twee monteringen die in ons land werden vertoond en waaraan ik graag enkele beschouwingen zou willen wijden.
Voor mijn recensie van Hunka Hunka 69 door Toneelgroep Studio koos ik de titel ‘voer voor zuurpruimen’ omdat een dergelijke produktie beslist kwezelachtige toeschouwers geergerd zal hebben. Ze hebben immers de pest aan seks, erotiek en naakt.
Waarom? Ja, waarom? Steekhoudende argumenten voeren ze eigenlijk nooit aan. Het mag niet en daarmee basta. Het zal je kind maar wezen, zingen de Nederlanders. Inderdaad!
Hunka Hunka 69 steunt op Shakespeares Driekoningenavond die evenwel door Donald Driver, Hal Hester en Danny Apolinar werd omgewerkt tot een denderende, van ondeugendheid tintelende popmusical. Shakespeares spel der vergissingen werd gesitueerd in onze moderne tijd. Een frisse, boeiende en aantrekkelijke opvoering, boordevol humor, een pittige kritiek op allen die vastgeroest zitten in verouderde opvattingen.
Ik heb bij deze hartversterkende opvoering ten zeerste genoten van het fijnzinnig en pikant spel met kleur, klank en licht, van het zwierig samenspel, getuigend van een lofwaardige inzet en voorbeeldgie vakkennis. Eenzelfde gevoel beving mij bij de voorstelling van David Halliwells Kleine Malcoln en zijn strijd tegen het klootjesvolk door het Nieuw Rotterdams Toneel. In dit zinrijk werk worden we getuige van de révolte van de jongeren die in feite niets meer is dan belachelijk zelfbedrog, van een negativistische geestesgesteldheid die we in elke generatie terugvinden, van de vlucht in grootspraak die louter het gevolg is van onmacht.
In een briljante regie van Roger Hendricks Simon lieten de akteurs het publiek genieten van een interpretatie waarin alle details tot in de puntjes verzorgd waren: de lichaamsbewegingen (vaak akrobatie), de stemtechniek, de rake typeringen en het uitzonderlijk dynamisch samenspel. Een enig mooi staaltje toneel dat voor Vlaanderen als model gesteld mag worden. Aan dat soort vertolkingen en die stijl, aan die ontwapenende wijze van in- en aankleding zijn wij nog niet toe.
Dit bleek o.m. bij de opvoering in het Arcateater van Magic Afternoon door Wolfgang Bauer, een stuk waarbij de auteur ons als voyeur betrekt bij de levenswijze van enkele jonge lui die zich verliezen in een zinledig, onbenullig en onverantwoordelijk gedoe. Ze vervelen zich stierlijk en zijn blijkbaar gedegouteerd vooraleer ze de ware smaak van het leven te pakken hebben.