In Teater Arena (Gent):
montering van ‘De Nonnen’.
Het lijkt mij meer dan gewenst de werking van het Teater Arena te belichten. Dit nieuwe gezelschap tracht immers om in het momenteel zo bloeiend Gents teaterleven naast het N.T.G., het Arcateater en ‘Vertikaal’ een vaste waarde te worden.
Ik besprak in ‘Ons Erfdeel’ nummer 3 reeds de eerste twee produkties en tans kan ik ook een zeer geslaagde opvoering vermelden, nl. de opvoering van De Nonnen van de Kubaanse auteur Eduardo Manet.
In deze parabel wordt het publiek een geschiedenis gepresenteerd die zeer symbolisch geladen is. De intrige zelf is vrij eenvoudig. Tijdens een opstand vermoorden drie nonnen een rijke dame met de bedoeling met haar geld en juwelen de vlucht te kunnen nemen. Hun ontsnapping wordt verijdeld en zij zullen pogen de laffe moord te kamoefleren.
Met dit summier gegeven tracht de schrijver via de nonnen, die slechts tekens en symbolen zijn, de toeschouwers deelgenoot te maken van een groot aantal verschijnselen.
Ik beperk mij tot enkele elementen.
De drie nonnen kunnen geïnterpreteerd
De nonnen door Arena opgevoerd.
worden als vertegenwoordigers van een drieledig apparaat dat wij in elk regime terugvinden: het arglistig verstand, een brein dat de richtlijnen aangeeft maar zich niet verantwoordelijk acht voor de uitvoering; de uitvoerende macht die meedogenloos haar opdracht vervult en zich af en toe tegen het kommando keert; het beschouwend element, fijnzinnig vertolkt door een doofstomme, dat machteloos en sprakeloos het gebeuren ondergaat als een speelbal van het gewiekst brutaal geweld.
Hierbij krijgt de schrijver de gelegenheid, het opportunisme, de lafheid, het geoïsme, de machtswellust te hekelen. Tevens worden de angst en de dreiging gesuggereerd en alles wordt in een magische, in een gruwelijke, in een griezelige sfeer gehuld.
Kortom, een adembenemend, zinrijk en aangrijpend stuk, een kluif voor een knap regisseur die bij de opvoering ervan de gelegenheid krijgt om de vrije teugel te laten aan zijn verbeelding en om zijn gedegen vakmanschap te bewijzen. Dré Poppe, beslist één van onze allerbeste regisseurs, heeft dankbaar gebruik gemaakt van de hem geboden kansen. Zijn montering was in alle opzichten een meevaller en hij is erin geslaagd op elk vlak tot het uiterste te gaan zonder nochtans ooit in charge of wansmakelijkheid te vervallen.
Zijn produktie muntte uit door voorbeeldige beheersing in spel en samenspel, in het oproepen van de vereiste beklemmende sfeer, in het gevoelig hanteren van allerlei kontrastwerkingen. Bovendien werd in zijn montering onmiddellijk de vervreemding (de nonnen dienen vertolkt door mannelijke akteurs) door het publiek aanvaard.
De interpretatie stond op een goed peil. Huguette Goossens, Cyriel Van Gent, Jacques Veys en André Roels gaven een verrassend en markant reliëf aan de ongewone types.
Rik Lanckrock