Boezem ‘maatervaring’.
Natuurlijk wordt naar aanleiding van Boezems ekspositie in het Van Abbe Museum weer de vraag gesteld ‘of dat nou kunst is’? Boezem zelf zou antwoorden: Welnee.
Hij bedoelt namelijk geen kunst. Hij wil met kunst eigenlijk maar weinig te maken hebben. Het gaat hem om het aktiveren en intensiveren van een ervaring. Een ervaring die bij de toeschouwer zelf kan plaatsvinden en een scherpere bewustwording met zich meebrengt van tamelijk gewone, bijna onbewuste ervaringen. In dit geval die van de maat.
In het midden van een museumzaal bracht hij in de lengterichting een rail aan, waarop een elektrisch aangedreven monolift (een stoel, gebruikt door minder-validen) is gemonteerd. Parallel hieraan ligt een maatlat. De bezoeker kan plaatsnemen, knop indrukken en zich voortbewegen over de rail, terwijl 'n pijl bij het voetsteuntje op een maatlat aangeeft hoe groot de afstand is die wordt afgelegd. Afstand is aanwijsbaar volgens een erkend maatsysteem: zonder een dergelijke steun staat ons geen heldere uitkomst voor ogen, ook niet in ons bewustzijn. Maat, afstand, het zijn subjektieve gegevens welke met een steuntje te objektiveren zijn. Dit projekt heet ‘Maatervaring’.
Sprekend met Boezem (in zijn flat te Gorinchem, in de buurt waarvan hij in 1934 geboren werd): ‘Wij (dat zijn de mensen van de “losse schroeven” en van de zgn. microemotive art) willen juist buiten de gewone artistieke kaders vallen. Ons gaat het om: het intensiveren van dagelijks beleefbare dingen. Laten we eerst eens klaarkomen met de dingen van de dag, b.v. het weer en de weersgesteldheden gebruiken als fenomeen; of een tafeltje met wind.
(Boezem maakt diverse projekten met wind, met rook, met schaduw - kunstmatige slagschaduw van een boom in asfalt, projekt voor Sonsbeek - met water, o.a. het vijverprojekt voor Osaka).
Ger van Elk boent een stuk vloer op om die vloer te intensiveren of om de aanwezigheid van stof voelbaar te maken. Anderen zullen daar wel weer een kunsthistorische mouw aan passen: b.v. wijzen op Manzoni of op Yves Klein. Zelf ervaar ik mijn werk als starten vanuit een ander uitgangspunt; Klein was nog een artistieke persoonlijkheid. Manzoni maakte nog kunst. Wat wij maken is hoogstens idee. In Europa geeft men geen cent voor een idee; je moet dingen maken’.
Mr. Ton Frenken