nog meer ook zijn lijfelijk verlengstuk. Hij ademt en spreekt ermee. Deze bewogenheid verraadt veelal een vinnige kijk op de wereld, onstuimig aanrollende baren, hakende boomtakken, schetsmatig aangegeven woonhuizen, ja zelfs in zogeheten stillevens gaat hij zijn onderwerp hevig tegemoet. De kleur is de taal van zijn adem die verf is. Zijn pikturale rijkdom is bekend. Vreemd is het echter wel dat wij bijv. Le Compte geen fauvist of zelfs geen kleurenekspressionist kunnen noemen. Zijn kleurenschakeringen zijn rijk, zijn onstuimig (in zijn laatste werken doen sommige kleurenkombinaties haast fosforescerend aan en wij vinden die minder geslaagd) en zitten vast, eng en sluitend, aan zijn gehele artistieke instelling. Hij deformeert de kleur niet, hij waagt zich zelden aan ongewone of verrassende kleurenkontrasten. Alleen zien wij hier en daar een verheviging van tinten, een onderstrepen van een bepaalde kleurenwaarde in een geheel van een landschap of een stilleven, en dat maakt dan gewoonlijk het moment of het punt uit waarmee het hele schilderij zijn intensiteit krijgt. De kleurenrijkdom van Le Comptes schilderijen is tegelijk het alibi voor het ritme dat al zijn werken beweegt. Ritme is herhaling. In deze schilderijen (bepaalde marines en enkele landschappen vooral) wordt het een herhaling die telkens iets aanbrengt, iets nieuws, iets anders verwerkt en die ook iets meer onthult en loslaat van het geheim. Er is een opvallend parallel te trekken tussen Le Comptes landschappen en marines. Zuiver plastisch bekeken verschillen ze niet veel van elkaar. In beide soort schilderijen zien we een zelfde geritmeerde bewegingsrijkdom, door wind of seizoenen gedetermineerd. Bomen en struiken krijgen de waarde van golfkoppen die het landschap voortstuwen naar een einder die men zou willen benaderen en overschrijden - dit laatste is nog een stuk mysterie van deze schilderijen; het is alsof zij haken naar een overkant.
Centraal in Le Comptes tematiek staat de natuur. Hij houdt van de natuur en hij kijkt dan vooral naar dingen die de gewone man niet ziet: hoe een boom zijn kruin houdt, hoe takken afhangen onder fruit of sneeuw, hoe de mist een vallei opvult, hoe sneeuw wit is in alle tinten, hoe fossielen in de aarde vastzitten, hoe bladeren verkleuren, hoe de olie borrelt van schilderijen die hij verbrandt, hoe de wolken elkaar najagen in steeds wisselende vormen, hoe een huisgevel fiks en pertig, afbrokkelend of protserig lets vertelt over de bewoners erachter,
Sneeuw (1969) door Etienne Lecompte.
hoe de bloemen in een vaas een gesprek voeren.
Het is vrij moeilijk een syntese te vinden om het werk van deze kunstenaar te duiden. Hij kan niet onder één hoedje gevangen worden; hij is veel te vitaal om zich aan één bron te laven. Maar er zijn niettemin konstanten in zijn werk die blijven. Wij hebben er enkele van aangeduid. De voornaamste evenwel, de menselijke inzet, het prijsgeven van een persoonlijkheid aan het avontuur-kunst, is o.i. betekenisvol genoeg bij het werk van Le Compte. Stillevens met bloemen, zeegezichten, talloze landschappen met boomgaarden in de lente en onder de sneeuw, een aantal komposities - niet veel - met vissen en andere
Tragisch landschap (1969) door Etienne Lecompte.
zeevruchten, puike zwart-wit tekeningen dat vormt zowat het oeuvre van deze schilder. Hij weet nu waar hij staat en dat maakt het helemaal niet gemakkelijker. Hij weet wat hij kan, hij kent alle technische knepen en hij kent zijn eigen voorkeuren. Hij moet dit alles nu tot een geheel, tot een syntese coördineren. Met kinderlijke vreugde om het spel, met mannelijke ernst om de arbeid, met vrouwelijke overgave aan de opdracht, aan het bevel. Le Compte is een schilder die nog kan verwonderd zijn, die nog stil wordt bij de eenvoudigste en tevens de raadselachtigste dingen die zich in de natuur voordoen. Dat is zijn sterkte en dat is meteen een waarborg voor de toekomst.
Fernand Bonneure