Al die mensen worden door het sekretariaat rechtstreeks van alle informaties omtrent het Nederlandstalig onderwijs in Brussel voorzien. Diezelfde adressen worden tevens doorgestuurd naar de drie Fondsen. De grote betekenis van die kontakten met de inwijkelingen is duidelijk.
Met Pasen 1969 werd een brosjure uitgegeven, waarvan 15.000 eksemplaren verspreid werden in alle Peutertuinen, Kleuterscholen en Lagere scholen in Brussel-Hoofdstad en in de maand juni werd een omvangrijke Gids der Nederlandstalige scholen in een oplage van 400.000 eksemplaren, verspreid in alle brievenbussen van de agglomeratie. Deze gids gaf een oordeelkundig geklasseerd overzicht van en zoveel mogelijk inlichtingen over het Nederlandstalig onderwijs van Peutertuin tot Universiteit.
In de maand mei 1969 werden in Brussel op de drukste plaatsen aanplakbrieven (24 m2) aangebracht met als tekst:
‘Ja! uw kinderen zullen méér dan één taal leren
als zij in 't Nederlands studeren!’
en verder, onderaan de plakbrief:
‘Vlaamse kinderen horen thuis in Vlaamse scholen’.
Die aanplakbrieven werden vanaf de eerste dagen reeds besmeurd en beschadigd. Zolang de voorraad strekte (op vernieling was immers gerekend) werden telkens nieuwe affiches aangebracht.
Naast dit alles heeft het V.O.C. een aanzienlijk deel van zijn budget uitgegeven als steun aan verscheidene Vlaamse scholen en Peutertuinen, om ze te helpen starten, of om ze in hun zeer benarde financiële toestand een helpende hand te reiken.
Het doel van het V.O.C., propageren, stimuleren en verdedigen van het Vlaams Onderwijs, wordt met de werking zoals hierboven omschreven, wel degelijk nagestreefd. In een dergelijke werking is de psychologische faktor ongetwijfeld van zeer groot belang. De Vlaming te Brussel moet in de eerste plaats zien en ondervinden dat er voor hem en voor zijn kinderen iets gedaan wordt en voornamelijk dat die aktie uitgaat van een Centrum dat gesteund wordt door alle grote Vlaamse organisaties en verenigingen.
Wat de plannen voor de eerstkomende maanden betreft, kan worden gezegd dat het V.O.C. ernaar streeft een grotere bekendheid te verwerven en tevens aan de Vlamingen in Brussel en aan de Vlaamse kinderen iets konkreets te bieden. Alle lagere scholen uit Brussel-Hoofdstad worden gevraagd mede te werken aan een opstelwedstrijd voor het 5e leerjaar. De prijzen worden per klas toegekend, in die zin dat elke klastitularis de drie beste opstellen uit zijn klas instuurt en dat zij als een geheel door de jury zullen worden beoordeeld. De 12 eerstgeklasseerde klassen krijgen een week ‘openluchtklas’ aangeboden in het jeugdcentrum ‘Bosberg’ van de Bond van Grote en Jonge Gezinnen te Houthalen. Zo kan het V.O.C. ± 350 Brusselse kinderen naar de Kempen sturen.
Verder zal de normale aktie worden doorgevoerd en zal er in de maand mei een nieuwe aangevulde, verbeterde en handiger Gids voor het Nederlandstalig onderwijs in Brussel-Hoofdstad worden verspreid.
Naast dit alles zal het V.O.C. zich voornamelijk gaan bezighouden met hét probleem dat aan de basis ligt van alles: de Peutertuin. Immers in de talrijke ‘tweetalige’ Peutertuinen draait de verfransingsmachine van Brussel, op ‘wettelijke’ wijze, op volle toeren. Zolang er in elke gemeente van Brussel-Hoofdstad geen Vlaamse Peutertuin ter beschikking staat van de Vlaamse ouders, is elke aktie voor het Nederlandstalig onderwijs voor een groot deel een gevecht tegen windmolens. De Vlaamse kleuter- en lagere scholen zijn er immers voor de Vlaamse kinderen en die kunnen de eerste woordjes van hun moedertaal alleen maar leren in een Vlaamse Peutertuin. Een Peutertuin waarin elk kind, ook dat uit de volksbuurt, zich kan thuis voelen.
Met het oog op de verwezenlijking van dit alles aanvaardt het V.O.C. zeer graag elke steun op postrekening 1543.68 - Troonstraat 125, 1050 Brussel.
Dr. Gijs Garré, Brussel