nederlandse taal- en kultuurpolitiek
nederlandse taal en kultuur in het buitenland
Henry Fagne en de Nederlandse poëzie.
‘Een leven in dienst van de poëzie’ zou een geschikte titel zijn voor de biografie van de kleine, vinnige man die luistert naar de naam Henry Fagne. Geschikt, en nog volledig korrekt op de koop toe. Henry Fagne heeft namelijk dag in dag uit iets met poëzie te maken. Hij heeft eigen en andermans verzen uitgegeven, hij heeft in Brussel ontmoetingen georganizeerd waarop Fransen Nederlandstalige dichters aan het publiek werden voorgesteld, hij is redakteur en uitgever van het poëzieblad ‘Nouvelles à la main’, dat geregeld in kort bestek nieuws verspreidt over wat er in de wereld van dichtkunst en dichters voorvalt, enz.
In deze bijdrage zou ik echter speciaal de aandacht willen vestigen op een ander facet van Henry Fagne: de vertaler en uitgever van vertalingen uit de Nederlandse poëzie. Deze vertalingen publiceert Fagne in een afzonderlijke reeks plaketten, onder de gemeenschappelijke naam
‘Poètes Néerlandais’. Hij doet het zonder veel lawaai, een beetje volgens de mogelijkheden en de ingeving van het ogenblik. Zodoende kan de reeks nog bijlange na niet reprezentatief worden genoemd, al vermindert dit euvel uiteraard telkens als er een nieuwe aflevering verschijnt. Minder gemakkelijk
Henry Fagne (foto N. Hellijn, Brussel).
te verhelpen is het feit dat de meeste dichters nauwelijks in zo weinig verzen kunnen worden benaderd (een vijftiental gedichten per aflevering) en dat de inleidingen zeer summier moeten worden gehouden. Maar als eerste kennismaking zijn deze boekjes voortreffelijk. Toen Henry Fagne in 1965 met de reeks startte, kreeg hij meteen al een eerste onmogelijke opgave te verwerken: Gezelle vertalen. Het overtuigende bij Fagne is de eenvoud waarmee hij die onmogelijke opgave toegeeft: ‘A vrai dire, j'avais depuis longtemps décidé de ne jamais le traduire, mais il m'a semblé impensable de publier une collection de poètes néerlandais sans placer à sa tête ce rare génie (Gezelle)’. Henry Fagne is een zeer trouw vertaler, hij volgt de originele tekst op de voet; dit heeft vooral bij zijn bewerking van Gezelle tot gevolg dat ze slechts een verre echo is van de ook in het Nederlands haast niet te evenaren taalmuziek van de ‘Heer ende Meester’.
Gelukkig (poëzie vertalen is al ondoenlijk genoeg!) zijn er dichters die minder weerbarstig zijn om in een andere taal te zingen. Zo reken ik Fagnes vertalingen van Jonckheere, Minne, Van Ostaijen en Demedts tot de allerbeste van de serie, hoe verschillend hun dichterlijk genie ook moge zijn, en hoe onvolledig de opgenomen verzen Minne en Van Ostaijen ook mogen weergeven. Verder wijdde Fagne nog een plakette aan Gilliams, Hensen, Marijnen, Deleu, Gijsen en Van Ruysbeek. Voor het bundeltje gewijd aan Rottiers liet hij zich bijstaan door Marie Gevers, terwijl Jacqueline Ballman de inleiding over en de vertalingen van Burssens voor haar rekening nam. (Jammer dat het Noorden nog helemaal niet aan bod kwam!)
Henry Fagne heeft met deze reeks kleine boekjes pionierswerk verricht waarvoor hij onze dank verdient. En misschien ontvangt hij ooit de beloning die hij zich bij het begin gewenst heeft: ‘C'est mon admiration pour les nombreux poètes de grande valeur que compte la langue néerlandaise qui m'a fait entreprendre cette collection: elle ne doit servir qu'à attirer l'attention des amis de la poésie qui, dans le monde, lisent le français sur un domaine infiniment riche de la poésie mondiale, avec le faible espoir que certains feront comme le poète Rainer Maria Rilke qui apprit le danois, langue beaucoup moins répandue que le néerlandais, pour être à même de lire un poète admiré par lui dans le texte original’.
Jan Deloof