Dag Jan, Peter Handke.
jongeren de gelegenheid min of meer behoorlijk toneel te zien, dat geschikt is om hun belangstelling voor de schouwburg te wekken. Toch zijn dit nog uitzonderingen en het lijkt mij daarom de hoogste tijd dat de Minister van de Nederlandse Kultuur een oplossing gaat zoeken voor dit probleem, dat veelomvattend is omdat het nodig is op alle vlakken soluties te vinden: spreiding, kwaliteit, aanpassing van de opvoeringen aan het lager, het lager middelbaar en het hoger middelbaar onderwijs, voorbereiding van de leerlingen in de scholen, e.d.
De kleinkunst, het kabaret en spektakels waarin spirituele humor wordt gedebiteerd blijven de assepoesters in ons teaterleven. Ze worden beoefend in kleine zalen. Van een samenwerking met de officiële gezelschappen is echter geen sprake. Dit is niet alleen bedroevend, het betekent een verarming van ons teaterleven en van onze kultuur die best een humoristische injektie gebruiken kan. Een opvoering zoals bv. Dag Jan, veel liefs uit Oostenrijk door Peter Handke in het Arcateater noem ik een stap vooruit. Op een konstruktieve manier werd het publiek eens flink de huid volgescholden, niet op een vulgaire wijze maar zo dat het verplicht werd zijn instelling én tegenover het teater, én tegenover de maatschappij te herzien. Dat soort toneel krijgen de Vlaamse toeschouwers te weinig voorgeschoteld. Bovendien is het onaanvaardbaar dat louter de kleinkunstenaars met een grote reputatie een kans krijgen in de grote schouwburgen.
De voorlichting van het publiek laat eveneens te wensen over, omdat zowel de pers als de teaters zelf onvoldoende aandacht besteden aan deze taak. Indien er dan al eens iets ondernomen wordt, gebeurt het op een stuntelige manier. Van een gespecialiseerd teatertijdschrift was er in jaren geen sprake. Tans is er, gelukkig, een kentering gekomen door de publikatie van Teater. Dat alles is nochtans niet voldoende en zowel onze uitgeverijen als onze schouwburgen zouden op dit gebied blijk dienen te geven van heel wat meer initiatief. Alles blijft te braaf en te tam en dat werkt uiteindelijk op de zenuwen, vooral omdat de schaarse goede pogingen amper enkele behoeften bevredigen en het verlangen naar meer aanwakkeren. Op dit terrein is men in Nederland verder. De werking van de uitgeverijen aldaar is voorbeeldig. Denk maar eens aan ‘De Bezige Bij’, om slechts één voorbeeld te geven. Ook is het noodzakelijk dat alle middelen worden aangewend om ons publiek ervan te overtuigen dat het modern teater meer is dan een ontspanningsmedium, dat het voor een aanzienlijk deel gericht is op het verruimen van het bewustzijn, op het wekken van belangstelling voor morele, sociale, politieke problemen, e.d., dat het een gloednieuwe artistieke vorm zoekt, dat het gebruikt wordt om heilige huisjes, taboes, onduldbare toestanden aan te vallen. Nu weet ik best dat elk schot niet raak is, dat men hier en daar op een soms ergerlijke wijze overdrijft, dat arrivisten en snobs in deze stroming charlatanstreken uithalen om zich interessant te maken... maar laten we a.u.b. voorzichtig zijn en met het vuile badwater het mooie kind niet weggooien. Laten we ook denken dat het voor alles nodig is verdraagzaam te zijn tegenover eksperimenten en dat onze schouwburgen de plicht hebben ons alle facetten van het teater te laten zien opdat we met kennis van zaken (en dat is belangrijk) zouden kunnen oordelen, d.i. aanvaarden of verwerpen. In elk geval dienen
we ons te verzetten tegen de stroming om bepaalde manifestaties te verbieden omdat ze niet passen in het kraam van een deel van de bevolking. We dienen eindelijk te leren inzien dat volwassen mensen alles onder ogen kunnen krijgen en dat ze pas stelling mogen kiezen nadat ze kennis gekregen hebben van de feiten. Wie zijn toevlucht neemt tot censuur of verbod bewijst dat hij niet stevig in zijn schoenen staat. Onzin, belachelijke praktijken, potsierlijke overdrijvingen veroordelen zichzelf en we hoeven er heus niet bang voor te zijn om ze eens aan het publiek te tonen. Wie echter het principe van het vooraf verbieden aanhangt, loopt grotere risiko's, n.l. waardevol werk geen kans te geven. Voor hen die aan dit alles nog mochten twijfelen raad ik de lektuur aan van Censuur, het veelkoppige monster, door G. Schmook-Dieltiens (Uitgeverij P.V.B.A. Sonneville te Brugge).
Rik Lanckrock