toneel
Teaterdrama te Antwerpen.
Een kroniek over het toneel te Antwerpen had twee waardevolle feiten moeten bevatten: de kreatie van Koning Jan (Dürrenmatt) in K.N.S. en de stichting van het Ring-theater. Aan beide feiten zou de naam van akteur Julien Schoenaerts gekoppeld zijn. Voor zijn kreatie van de titelrol in Koning Jan heeft men hem na de première een ovatie gebracht; voor zijn initiatief om samen met de industrieel, A. Proost, het Ring-theater op te richten, heeft men hem de nodige volharding toegewenst.
Maar op één avond werden beide feiten herleid tot een misselijk schandaal rond de persoon van Julien Schoenaerts.
In het teater mogen, moeten, spanningen heersen. Deze tijd dwingt er toe, want in alle kunstmilieu's heeft men het over de nieuwe zingeving. De maatschappij is zo grondig gewijzigd dat de oude geplogenheden geen waarde meer hebben; dat zij zelfs een leugen zijn geworden.
Door een samenloop van omstandigheden hebben al die spanningen zich te Antwerpen ontladen nog vóór zij tot een teater-uiting waren gezuiverd. In aanwezigheid van het publiek kwam het tot een banale ruzie op de scene.
Julien Schoenaerts werd als oorzaak aangeduid; hij werd ontslagen, en men kan nu weer in de sfeer van de beste der werelden rustig toneel spelen.
Al jaren lang bekommert Antwerpen zich weinig om eigentijds toneel te brengen. Het repertoire van het groot teater staat jaren achter op het wereldvlak en de eksperimenten van de kleine zaaltjes brachten het evenmin tot een gebeurtenis.
Uit de emoties die zich nu hadden samengebald had de lang verwachte ‘vonk’ kunnen ontstaan, maar dat werd voorkomen door er een schandaal van te maken, waarvan de feiten zo idioot zijn dat zij niet meer waarde hebben dan een gemene burenruzie.
Die lompe realiteit van een burenruzie ‘life’ op de scene uitvechten is nu niet bepaald wat men verstaat onder de poging om het toneel waarachtiger van deze tijd te maken.
De magische kracht van het teater werd grondiger gesloopt dan Carthago.
Wie meent dat de aangerichte schade kan hersteld worden door ‘de kop van de schuldige’ te eisen vergist zich erbarmelijk. Die eis gaat juist de kern van de zaak uit de weg. Het teater is geen museuminstelling, waar de burgerlijke moraal en rust moeten zegevieren.
Julien Schoenaerts heeft met woord en daad de artistieke moraal verdedigd, omdat hij geen man is die nu en dan een rolletje speelt, maar zijn hele leven, bestendig, tot de toneelmagie optilt.
Men heeft hem niet willen begrijpen. Dat hij niet wou afdalen tot het zenuwloze-teater heeft men hem zelfs kwalijk genomen.
Men heeft hem van onmenselijkheid beschuldigd en men heeft niet willen inzien dat al zijn ‘leugens’ niets dan teaterwaarheid zijn.
Antwerpen reageerde met: kop af. Moet teater aan zelfvernietiging doen?
Piet Sterckx