Antwerpse Muziekdagen 1969.
In het bruisende muziekleven van de Rubensstad zijn de Antwerpse Muziekdagen, die van 10 tot 21 november 1969, voor de zevende maal door de Halewynstichting werden georganizeerd, voor velen wellicht onopgemerkt voorbijgegaan. Er wordt weinig ophefmakende publiciteit voor gemaakt, verschillende van die prestaties spelen zich af buiten de traditionele en vertrouwde milieus, en de organizatoren distanciëren zich in menig opzicht van de klassieke koncertroutine. Ondanks die ekseptionele handelwijze heeft de Halewynstichting gedurende de voorbije zeven jaar een trouw luisterpubliek doen ontstaan. Het is wellicht niet zo uitgebreid als men zou mogen wensen, maar het staat wel eerlijk tegenover de muziek. Het komt, zelfs van ver buiten de Scheldestad, naar de Antwerpse Muziekdagen om er iets anders te horen dan wat men gewoonlijk op de grote koncert- en recitalaffiches voorstelt.
Ook dit jaar kreeg dat publiek enkele programma's voorgeschoteld, die het elders niet te dikwijls zal aantreffen: een recital op de draailier, het oratorium Israel in Egypt van G. Fr. Händel, bladzijden van G. Ligeti en K. Fukushima, renaissancemuziek in een opvallende vertolking door het Sertum Musicale Coloniense.
Het kan natuurlijk een subjektieve indruk zijn, maar toch lijkt het ons dat het uitzonderlijke karakter en de soms gedurfde opzet van de eerste uitgave van die Antwerpse Muziekdagen wat aan 't tanen zijn. Of missen we tans de verrassing van het eerste ogenblik? Zijn we al zo gewoon geraakt aan die Antwerpse Muziekdagen?
Zoals we vroeger reeds hebben geschreven, kunnen we nog steeds niet begrijpen waarom in de programma's van de Antwerpse Muziekdagen niet meer plaats gereserveerd wordt voor onbekende bladzijden uit onze eigen muziekliteratuur. Uit de barok en het vroeg-klassicisme in de Nederlanden zijn nog zovele schatten op te diepen; in onze hedendaagse Vlaamse muziekliteratuur is beslist materiaal genoeg te vinden om een hoogstaand, verscheiden en representatief programma samen te stellen. Op beide terreinen zouden de Antwerpse Muziekdagen, zelfs nu nog - het is in de grond beschamend dat we het zo moeten uitdrukken - pionierswerk kunnen leveren. Een Orlando di Lasso en een Jean-Baptist Loeillet, die dit jaar een plaatsje kregen in de programma's, zijn ongetwjifeld prominenten uit ons patrimonium; wij geloven echter niet dat ze nog ‘ontdekt’ moeten worden.
Van de zeven koncertavonden hebben we er vier bij kunnen wonen. Voor het openingskoncert had de Halewynstichting een interessant Bachprogramma samengesteld. Het prachtgie dubbelkorige motet Der Geist hilft unserer Schwachheit auf kreeg een verantwoorde vokaal-instrumentale verklanking, waarin het Halewynkoor o.l.v. Michaël Scheck schitterde door zijn soepele en rijpe koorklank, zijn toonvastheid en groepsevenwicht. Monique Hanoulle gaf een treffende interpretatie van de solokantate Jauchzet Gott in allen Landen. Tot slot leidde M. Scheck zijn ensemble in de uitvoering van de koraalkantate Wachet auf, ruf uns die Stimme, een verklanking waaraan hier en daar nog wel wat te schaven viel.
In het Sterckshof werd een recital van koncertante kamermuziek verzorgd door K. Lenski, fluit, VI. Krejza, altviool, J. Hollinger, cello en BI. Verlet, klavecimbel. Die avond kon men rijkelijk genieten van een zuivere musiceerstijl en een homoheen ensemblespel o.m. in komposities van G.Ph. Telemann, J.S. Bach, C.Ph.E. Bach. De verrassing van het programma van die avond was Continuum, een werk dat György Ligeti in 1965 komponeerde voor de klaveciniste Antoinette Vischer. Verbluffend was het te horen hoe die hedendaagse Hongaarse toondichter ook met enkele bescheiden middelen een nooit gehoorde diversiteit van timbres kan samensteillen. In een snelvliedende stroom van chromatische glijdingen en obstinate herhalingen binnen een beperkte toonomvang rijgt de komponist een aantal gekleurde klankbanden aan elkaar. Door de tessituur geleidelijk op te vullen van een sekonde tot een kwart of een kwint, of omgekeerd, en door die klankgolf af en toe naar boven of onderen te verleggen ontstaat een tintelend spektrum