Zestig jaar Lannoo.
Ter gelegenheid van haar zestigjarig bestaan heeft de uitgeverij Lannoo haar huismerk opnieuw laten tekenen. Het bekende scheepje van Joe English, waarin zovele boeken naar Noord en Zuid zijn gevaren, kreeg een nieuw uitzicht. De grondvorm bleef, de lijn werd gemodernizeerd. Wij mogen er voor Lannoo een zinnebeeld in zien. Het huis blijft trouw aan zijn jeugd, die zich afspeelde in de atmosfeer van de Vlaamse Beweging rond de eerste wereldoorlog, zoals we die terugvinden in de prenten van English en in de herinneringen van de toenmalige opstandige jeugd aan het front. Deze trouw belet niet het uitkijken naar de nieuwe lijnen van onze tijd, het zoeken van nieuwe mogelijkheden.
De uitgeverij Lannoo is altijd een huis-met-een-boodschap geweest. ‘Vlaams en katholiek-christelijk’, zo luidde haar motto. Zij wilde ‘iets betekenen voor de grote massa, maar meteen inspirerend werken voor de mensen die er de verantwoordelijkheid voor dragen’. Daarom publiceerde zij nooit boeken waar zij niet volledig achter kon staan. Haar invloed op het godsdienstige en kulturele leven in Vlaanderen is dan ook groot geweest. En is het nog.
De firma draagt de naam van haar stichter, Joris Lannoo, die op 20 februari 1891 in Tielt werd geboren. Een flamingant uit de Westvlaamse traditie die in de eerste wereldoorlog de ellende aan het IJzerfront heeft meegemaakt en die daarna met hart en ziel mee wilde helpen aan de beweging voor de herleving van het Vlaamse land. Uit het kleine drukkerijtje dat hij met zijn jong gestorven broer oprichtte, groeide een bloeiende firma die werk geeft aan 130 personeelsleden. Tot 1930 behield hij zelf de zakelijke leiding. Tans berust zij bij zijn zonen Godfried en Jan. Zeer vroeg zocht hij kontakt met Nederland en het was geen toeval dat de redaktionele leiding van de uitgeverij jarenlang werd waargenomen door mensen uit het Noorden. Sinds 1965 berust zij bij de Vlaming Johan Ducheyne, die onlangs door de provincie West-Vlaanderen werd bekroond voor een uitgebreide studie over het pocketbook.
Vroeger lag het aksent van de uitgeverij op de bewuste en strijdbare Vlaamsgezindheid. Tegenwoordig legt zij de nadruk meer op geheel de Nederlanden, in de ruime betekenis van het woord. Tot de eerste fondstitels behoren heel wat belletristische werken. Tans brengt Lannoo filozofie, psychologie en opvoedkunde, op wetenschappelijk niveau en vulgarizerend voor individueel gebruik. Na de vele tientallen beschouwende religieuze werken lanceert de uitgeverij tans geruchtmakende catholica die mede bepalend zijn voor een vernieuwd geestelijk
Joris Lannoo.
klimaat. Van katoliek in strikte zin werd de uitgeverij oecumenisch. Co-edities met protestantse kollega's zijn geen zeldzaamheid. Het karakter van het fonds heeft nog andere wijzigingen ondergaan. In de katalogus vinden we nu luksueuze fotoboeken zowel als toeristische uitgaven, populaire werken over huwelijksproblematiek evenals een serie over het kunstpatrimonium van de eigen streek. En er is ook een kinder- en jeugd-biblioteek.
De uitgeverij heeft samengewerkt met Nederlandse firma's als Van Langenhuysen, de RK-Boekcentrale en Veen. Voor de verspreiding van haar uitgaven in Nederland werd in 1965 een zelfstandige dochter-onderneming opgericht. Vanaf 1969 hebben Lannoo en Standaard Uitgeverij besloten, hun boeken gezamenlijk op de Nederlandse markt aan te bieden en te verspreiden. De grootste moeilijkheden waarmee Vlaamse uitgevers in Nederland te kampen hebben, is inderdaad het vinden van een geschikt distributiekanaal. Lannoo gaat er nog altijd van uit dat zij boeken moet brengen voor het gehele Nederlandse taalgebied: een zo breed mogelijk assortiment waarin slechts een paar uitgaven met de naam ‘Vlaams’ of ‘Zuidnederlands’ kunnen worden bestempeld. De meerderheid moet in Noord én Zuid opgang kunnen maken. Dit ‘Nederlands’ karakter moet tot uiting komen in keuze van titels, typografie, taal, enz. Natuurlijk is dit niet alleen een principiële kwestie. Ook ekonomische redenen maken deze aanpak noodzakelijk: Vlaanderen is te klein om zich tot dat gebied te beperken en er wordt procentueel minder gelezen dan in het Noorden. Deze inspanning van