Teaterjaarboek 1967-1968.
Hoe is de toestand op teatergebied in Vlaanderen? Onmiskenbaar is er nog heel wat te doen. Van een weloverwogen, grondig uitgestippelde en met vaste hand gevoerde teaterpolitiek is voorlopig nog geen sprake. De subsidies staan niet in verhouding tot de betekenis van het toneel in de maatschappij. De vorming van teatermensen laat te wensen over. De wetenschappelijke bestudering van de dramatische kunst is al te gering. De publikatie van toneelstukken en studies over teater wekt een povere indruk. Het eksperimenteel teater is niet voldoende ontwikkeld. Het modern toneel - gericht op bewustmaking, op verdieping, op felle konfrontatie met de realiteit van vandaag - krijgt een te beperkte vleugelslag. Reaktionaire krachten remmen de ekspansie af, enz.
Dat alles vormt het passief, dat ons nochtans niet mag doen vergeten, dat er evenzeer een aktief is dat gerust eens nadrukkelijk op het voorplan gebracht mag worden.
Er staan duidelijke posten op de winstrekening.
In enkele jaren werd de subsidiëring - vooral die van het rijk - flink uitgebreid. Nieuwe initiatieven werden van overheidswege aangemoedigd. Het statuut van de akteur en allerlei instanties ter bevordering van het teaterleven werd erkend. Jonge gezelschappen - het N.T.G. en het G.L.T.b.v. - kregen een kans. Er werd en wordt gedokterd aan de spreiding van het teater en de opleiding van tonelisten. Enkele belangrijke eksperimenten geven kleur aan het teaterleven: overgang van twee- naar drie- en vier-wekenstelsel, het invoeren van repertoireteater, draaischijfopvoeringen, optreden van buitenlandse ensembles, radikale vernieuwing van de kamertonelen, oprichting van workshops, uitbreiding van de kleinkunst, enz.
Er werd ook een Centrum voor Nederlandstalige dramaturgie gesticht. De inspraak wordt in het teater met konsekwentie doorgevoerd... kortom, een lange reeks initiatieven die ons gelukkig dienen te stemmen.
Opzettelijk noemde ik nog niet een heel belangrijke verwezenlijking, n.l. het Teaterjaarboek waarvan de tweede aflevering - overzicht van seizoen 67-68 - met een vrij grote vertraging van de pers kwam.
De redaktie bleef ongewijzigd: Marcel Grypdonck, Karel Hemmerechts, Vincent Peeters, Fons Van Impe, Roland Van Opbroucke en Domien De Gruyter als redaktiesekretaris (Kipdorpvest 54, te Antwerpen). Ook de prijs bleef onveranderd: 100 fr., een spotprijs voor zo'n luksueus album.
Buiten enkele nieuwe of aangepaste rubrieken, gericht op bredere en preciezere informatie, bleef de inhoudsindeling nagenoeg dezelfde. Het aantal bladzijden werd vermeerderd (172 blz.) en er werd nog meer illustratiemateriaal opgenomen.
Laat ik eerst de inhoud geven: een in memoriam Jos Janssen en Fred Engelen, verantwoording door de redaktie, het schouwburgleven tijdens het seizoen 1967-'68, optreden buitenlandse toneelgezelschappen in het Nederlandstalig deel van België, eigen dramaturgie, Franse en Engelse vertalingen van de teksten, het luisterspelseizoen '67-'68, het televisieseizoen '67-'68, gedetailleerd repertoire van en bijzonderheden over: K.N.S.-Antwerpen, K.V.S.-Brussel, Nederlands Toneel-Gent, Rei-