Liefdelied van Jan Blockx.
KVO-direkteur Renaat Verbruggen en -dirigent Frits Celis hebben het nieuwe operaseizoen in hun huis traditiegetrouw met een Vlaamse partituur ingezet. Liefdelied van de Antwerpse toondichter Jan Blockx (1857-1912). Dat was beslist een zeer ongewone keuze, als men bedenkt dat dit werk na de eerste reeks opvoeringen, enkele maanden voor de dood van de toondichter, nooit meer voor het voetlicht werd vertoond.
Niettegenstaande Jan Blockx algemeen geroemd wordt als de belangrijkste Vlaamse operakomponist van zijn tijd, dat hij het benijdenswaardige geluk mocht beleven als Vlaamse toondichter zijn partituren bij de befaamde Parijse uitgeverij Heugel te kunnen publiceren, en dat hij met zijn Herbergprinses en De bruid der zee zowel in binnenals buitenland echte triomfen oogstte, kende de toondichter met zijn laatste schepping niet het gewenste en verdiende sukses.
In 1908 kreëerde Jan Blockx in de Vlaamse Opera zijn Baldie, spel van het land. Dat werk vormde het sluitstuk van een zgn. dramatische triptiek, waarvan Herbergprinses, spel van de stad, en De bruid der zee, spel van de zee, jaren voordien waren voorgesteld. In tegenstelling tot de eerste twee operascheppingen beleefde Blockx met zijn Baldie beslist geen triomfen. Tekst en muziek, en niet in het minst de toondichter zelf werden zo scherp aangevallen, dat Jan Blockx en zijn tekstdichter, Nestor de Tière, het ongewone besluit namen de opera te herschrijven. De al te realistische tekst werd verzacht en de platvloerse uitdrukkingen geschrapt. Op enkele geslaagde passages na, werd ook de hele muziekpartituur herschreven: in elk geval een prijzenswaardige daad van zelfkritiek. Ook die nieuwe versie werd bij de kreatie in 1912 met gemengde gevoelens onthaald. De kritiek was sterk verdeeld. Sommigen vonden de herwerking muzikaal sterker, zachter en milder van uitdrukking, en vloeiender van melodie. Anderen vroegen zich af: ‘Wanneer zal een onzer kunstenaars eindelijk het werk geven, waarin het Vlaamse volk zich in zijn intellektuele uitingen vertoont, het werk, dat mensen op het toneel brengt die denken?’
Zelfs wanneer nu nog velen de mening toegedaan blijven - en niet helemaal ten onrechte - dat Blockx'
Liefdelied zeker niet zijn beste opera is, dan geloven wij toch dat de KVO er goed aan heeft gedaan die verwaarloosde operapartituur uit de vergeethoek op te graven. Zeker, het werk is erg naïef gekleurd en het happy end werd er totaal ongemotiveerd in verwerkt. Of ook de muziek van Jan Blockx geen opvoering meer waard is, durven wij ernstig te betwijfelen. Anderzijds is het hoogst noodzakelijk en dringend dat de huidige generatie ook met de - al dan niet ten onrechte - verguisde bladzijden uit ons muziekpatrimonium kan kennis maken. Alleen na beluistering kan
Liefdelied door J. Blockx (seizoen 1969-1970).