vankelijkheid voor het bovenwerkelijke. Deze anima manifesteert zich in de vorm van een erotische verbeelding. Ook de cirkel is een belangrijk bestanddeel van dit werk, namelijk het simbool van de totaliteit van het Zelf.
Van Tuerenhouts kompositie wordt door de rede bepaald. De gestalte is statisch, elk gebaar betekenisgevend en verwijzend naar het mysterie. Maar binnenin de sakrale vorm groeit het schilderij als een biologisch proces, als cellen die zich vermenigvuldigen, maar die elkander terzelfdertijd ontbinden. In feite schildert Jef Van Tuerenhout de myte van leven en dood. De kwaliteit van dit werk wordt echter niet zozeer bepaald door de tema's, hoewel zij een boodschap bevatten, maar wel door het rijke koloriet en de schilderkunstige hoedanigheden.’
Jef Van Tuerenhout komt van vér. Hij studeerde aan Sint-Lukas te Brussel. Vrij vlug erkend als één der begaafdste Mechelse jongeren, aanvankelijk enigszins onder invloed van Hubert Wolfs, maakte hij kort voor de ‘zelfmoord’ van het tijdschrift Tijd en Mens, samen met Jan Vaerten en Rudolf Meerbergen, deel uit van deze groep. Gestart in het onvermijdelijk ekspressionisme, overgegaan naar een miserabilisme gedeeltelijk door het leven zelf gedikteerd, niet altijd vertroeteld door de omstandigheden, is Van Tuerenhout geleidelijk naar zijn eigen schilderswijze, zijn eigen kontemplatieve wereld, zijn eigen techniek toegegroeid. Ook de keramiekskulpturen, die hij gedurende de laatste periode kreëert, sluiten op ieder plan bij zijn doeken aan. Terwijl hij met zijn laatste wastekeningen boeiende, vooral koloristische variaties tot stand brengt.
Willen we dieper binnendringen in het werk van Jef Van Tuerenhout, dan moeten we zeker rekening houden met de volgende beschouwingen van Frank Edebau, de Oostendse Museumkonservator: ‘Heeft de kunst van Jef Van Tuerenhout, in haar heidens-hiëratische figuren, die u als versteende idolen hoogmoedig aanstaren, in hallucinante oerlandschappen, een definitief hoogtepunt bereikt? Het antwoord op deze vraag laten wij in het midden en heeft trouwens weinig belang. Alhoewel onmiddellijk moet gekonstateerd worden dat zijn techniek hier een perfektie heeft bereikt die nog moeilijk kan overtroffen worden. Langs welke wegen werd deze perfektie bereikt? Indien het waar is dat ‘genie het resultaat is van eindeloos geduld’, dan is Van Tuerenhouts
In het teken van de vogel door Jef van Tuerenhout.
kunst hier een schitterend voorbeeld van.
Van meetaf was hij wars van het spontane, het automatisme, of ‘als men wil, van de action-painting. Zijn grote bekommernis was steeds de eerbied voor de verantwoorde vorm. Elk van zijn geslaagde werken betekende een glansrijke overwinning op de stugge materie, dank zij een strenge zelfdiscipline, geschraagd door een diepere zin voor ruimteplastiek. Dit verklaart misschien het skulpturaal aspekt van zijn schilderijen en, meteen, zijn uitgesproken
De gele bloemen door Jef Van Tuerenhout
liefde voor het taktiele in het algemeen en de beeldhouwkunst (zie keramiekskulpturen o.m.), in het bijzonder.’
Dat Jef Van Tuerenhout in zijn ‘unheimische’ doeken, tekeningen en beelden de grote Vlaamse kunsttradities van ekspressionisme en fantastiek op autentieke en eigentijdse wijze heeft verwerkt, wordt door Stéphane Rey onderstreept: ‘Van Tuerenhout est en quelque sorte un expressioniste magique, différent en cela des expressionistes flamands de stricte observance qui sont lyriques
De handen (Brons) door Jef Van Tuerenhout.