frans-vlaanderen
Frans-Vlaamse Kultuurdag in Ekelsbeke: 20 juli 1969.
Dit door kermis, muziek, friet en gebak omkranste Nederlandse kultuurfeest wordt hoe langer hoe meer de ontmoetingsplaats van Vlamingen en Nederlanders. Parijs is er even goed vertegenwoordigd als Brussel of Den Haag, al ontmoet je er vooral Frans-Vlamingen, ook uit Duinkerke, Lens, Torkwin of Rijsel. Je maakt er kennis met een geëmigreerde Vlaming uit Oostkamp, met een Bretoen uit Rennes en met een intelligente Juffrouw die aangesteld is voor monumentenzorg in het hele Noorden, en mee verontwaardigd is bij de dia's over de grenzeloze verwaarlozing in Sint-Omaars van het puin van Sint-Bertens of de biezonder mooie Jezuïetenkerk, nu gebruikt als atelier voor een ambachtschool. De Latijnse hoogmis, opgeluisterd door het koor van Moorslede, met Nederlandse lezingen en Franse gebeden is een belevenis. Bisschop Dupont die de Eucharistieviering leidt, zal na de middag een hartig onderhoud hebben met Mejuffrouw Vandamme uit Parijs over het Nederlands onderwijs in de Frans-Vlaamse Westhoek.
Na de hoogmis is er zon en muziek bij het kasteel: propaganda voor het Comité Flamand de France op grote borden, en tentoonstelling van porselein, beelden, dokumenten en handschriften uit Frans-Vlaanderen, doorlopende vertoning van kleurendia's over Frans-Vlaanderen.
De bijeenkomst in de zaal Vander Sluys na de middag wordt druk bijgewoond. Nog nooit hebben we Kan. De Swarte zo welsprekend het woord horen voeren: de 75-jarige Kan. Verdonck wordt gehuldigd, hij heeft het verdiend. De verfijnde
Kan. J. Verdonck
en zoetgevooisde vertelling van R. Rommelaere bevat een onuitputtelijke schat aan Ekelsbeekse planten kruidnamen. Kanunnik Lescroart riep voor ons een stuk Vlaamse geschiedenis op: het ontstaan van
De Vlaemsche Stemme in Vrankrijk, een blad uit de jaren twintig. Maar laten we niet vergeten, zonder de werking van die pioniers van toen zou er nu zeker niets meer gebleven zijn. Sommige mensen komen elk jaar speciaal naar Ekelsbeke om Pastoor Decalf te horen: je vraagt je af of er in het Nederlandse taalgebied een streek bestaat die rijker is aan wijze en tegelijk guitige zegswijzen en spreekwoorden.
Patrick de Verrewaere uit Lens weet op z'n 18e jaar al heel goed waarom hij Nederlands leert: omdat hij Vlaming is. Hij kwam ertoe dank zij z'n vader die hem de ‘histoire sincère’ van z'n land leerde kennen, en dank zij heel wat mensen die hij ontmoette. Senator Leo van Ackere kon toen niet nalaten om z'n vreugde uit te spreken, als voorzitter van het Komitee van Waregem (opvolger van Erevoorzitter André Demedts).
Bisschop Dupont die onmiddellijk zou overgaan tot de prijsuitdeling aan de deelnemers aan de Nederlandse kursussen in Steenvoorde, Leisele, Hazebroek (twee), Sint-Winoksbergen, Bambeke en Rijsel, sprak een eerlijk en welsprekend slotwoord uit waarin hij nog eens benadrukte hoe belangrijk het Nederlands is voor Frans-Vlamingen, niet alleen om hun eigen geschiedenis te kennen, maar ook om in het eenwordend Europa kulturele en vooral ekonomische betrekkingen te onderhouden met de andere Vlamingen en Nederlanders.
C. Moeyaert