Ons Erfdeel. Jaargang 13
(1969-1970)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 154]
| |||||||||||
wende door G.K. van het Reve laten openen. Van het Reve sprak in het Duits: de bondigheid was de grootste verdienste van zijn openingswoord.
Er waren voor deze ‘ländliche Vesper’ allerlei mensen opgekomen. Op de eerste plaats auteurs van wie Jürgen Hillner al werk in het Duits vertaald heeft; maar ook de Duitse uitgeverswereld was vertegenwoordigd, de Stichting voor Vertalingen, de N.T.S., de pers, andere vertalers, de marechaussee en... de buren. Al die mensen stonden samengedromd op het kleine binnenplaatsje, tussen een tafel vol Duits brood en Duitse worst, een aantal bakken bier, een kaaskraam, en een twee meter brede vliet, die de koeien op afstand moest houden.
Vanaf een ladder hield Hillner een perskonferentie. De ernst van de inhoud was omgekeerd evenredig aan de koddigheid van zijn positie. Hij stelde het huis voor als een trefpunt waar de auteurs beter dan voorheen de wordende Duitse vertaling van hun werk zullen kunnen bestuderen, in overleg met de vertaler. Het was een unieke gelegenheid om ook de nieuwe vertalingen te prezenteren, waaronder de meest recente zijn:
Vooral van de ontvangst van dit laatste boek kan veel afhangen. Het verscheen bij de Fischer Bücherei, in een pocketreeks. De normale oplage van zo'n pocket is 150.000, en dit enorme aantal is vooral van belang op het moment dat weliswaar de uitgeverijen klaargestoomd zijn, maar het grote publiek nog moet bereikt worden.
Jürgen Hillner was dan ook blij te kunnen bekendmaken dat de Nederlandse overheid een bedrag van 10.000 gulden ter beschikking stelt voor de verkooppromotie. Ook België zou voor een zelfde bedrag zorgen. In september zou een grootscheepse advertentiekampanje aanvangen, maar Hillner (die in oktober docent wordt aan het Instituut ter Opleiding van Tolken en Vertalers in Amsterdam) is wel van plan zuinig met het toegewezen geld om te springen. Toen de burgemeester van Wymbritseradeel op zijn beurt de ladder beklom, begon de duisternis te vallen, maar was de stemming ten top gestegen. De vriendelijke happening van Hillner was voorbij. Het was een interessante terugblik op drie jaar hardnekkige arbeid en, laat ons hopen, meteen de inzet van een echte doorbraak van onze literatuur in een taalgebied dat ons nog maar van één kant kon leren kennen.
Jan Deloof |
|