Nog over het Nederlands in Noordrijn-Westfalen.
Op 22 april 1969 schreef de Kultusminister van Noordrijn-Westfalen aan de ‘Vereinigung deutscher Schulniederlandisten’ in Bad-Godesberg:
‘In Beantwortung Ihrer Anfrage teile ich Ihnen mit, dass die niederländische Sprache zur Zeit kein Lehrfach der Hauptschule ist. Daher besteht an den Pädagogischen Hochschulen des Landes Nordrhein-Westfalen auch kein Lehrstuhl für dieses Fach. Niederländischer Sprachunterricht kann jedoch entsprechend meinem Erlass vom 18.7.1968 - III A 36-6/1 Nr. 4084/68 - in den Grenzgebieten in Arbeitsgemeinschaften angeboten werden.’
Deze brief is de eerste officiële bevestiging dat het Nederlands, hoewel op het huidig ogenblik geen schoolvak, aan de Hauptschulen langs de grens mag onderwezen worden, en wel in de vorm van vrije werkgemeenschappen. Hauptschulen zijn een nieuw type van school, gelijklopend met de hoogste helft van de gewone lagere school; ze zijn bestemd voor kinderen van 10 tot 15 jaar, die niet begaafd genoeg zijn voor het gymnasium of de Realschule, maar begaafder dan de kinderen van de gewone lagere school.
Het Ministerie van Kultuur te Düsseldorf geeft hierbij ook toe dat er geen leerstoelen Nederlands bestaan aan de kweekscholen waar de onderwijzers voor de Hauptschule opgeleid worden. Zolang het Nederlands aan deze kweekscholen niet vertegenwoordigd is, ten minste door docenten of lektoren, kunnen ook nooit onderwijzers met de nodige vakbekwaamheid gevormd worden voor het nieuwe leervak. De minister zou dus nog de laatste stap moeten zetten op de ingeslagen weg!
Josef Kempen