Robert de Vries.
Onder vakantie, levend los van het stramien van dagelijkse plichtmatige bezigheden, ver van het gewone leefmilieu, kwam plotseling het bericht op me af van de dood van Robert de Vries. Hij leefde in mijn gedachten als een brok vitaliteit en entoesiasme voor het toneel, vol plannen om dat toneel in Nederland te aktiveren en te stimuleren.
Na een intensieve periode in Arnhem, was hij de laatste jaren algemeen direkteur van het Nieuw Rotterdams Toneel. Nu hij op 51-jarige leeftijd is overleden, blijft er een open plaats, want een markante figuur die vol geestdrift en overtuiging zich inzette voor het teater in ons land, is weggevallen. Zijn laatste regie was Hippolytos van Euripides, een regie waarbij hij volgens zijn eigen toelichting afzag ‘van elke poging tot reconstructie’ omdat hij de autentieke sfeer die hij had geproefd in de Griekse openluchtteaters wilde overbrengen. (Met rekonstruktie bedoelt hij hier kennelijk: omwerking of bewerking.) Sprekend over de ligging van de Griekse teaters merkt hij dan op: ‘In deze overweldigende natuur voelt men zich samen met de goden bij de getuigenis van het onherroepelijke en de tragische voltrekking van het leven tussen geboorte en dood.’ Typerend ook voor zijn volledige inzet is de slotzin van het programma: ‘Wij hebben met zijn allen na lange voorbereiding met grote liefde hieraan gewerkt.’
In een ekstra t.v. programma 25 aug. j.l. werd een ander facet van Robert de Vries belicht, nl. zijn aktiviteit in het ondergrondse verzet in de jaren '40-'45. Ook daar sprak zijn grote bewogenheid en volledige inzet als mens.
Meer dan als akteur zal hij blijven voortleven als een geïnspireerd toneelleider die van zijn vak een roeping wist te maken zo dat het vuur oversloeg op jong en oud.
Na de herdenkingsvoorstelling op 26 aug. j.l. te Rotterdam werd door burgemeester W. Thomassen een portret van de overleden akteur, geschilderd door Hans Hazenbroek, in bruikleen overgedragen aan de Rotterdamse Stadsschouwburg en werd hij als stimulator van het kulturele leven in Rotterdam geroemd. In het seizoen 67-68 regisseerde hij Het Huwelijk van Witold Gombrowicz, waarover ik in de septemberaflevering 1968 schreef, en dit brengt mij helaas tot een tweede in memoriam: