De meteoor door F. Dürrenmatt - opvoering door K.V.S.-Brussel.
van de moraal en de psychologie is geenszins verbaasd over de publikatie van stukken waarin taboes radikaal van de kaart worden geveegd. Het is evident dat de seksualiteit sterker dan ooit op het voorplan treedt, het is nodig dat aandacht gevraagd wordt voor de wreedheid die overal opduikt, het is gezond dat er getracht wordt begrip te wekken voor toestanden, feiten en houdingen waarover tot dusverre angstvallig gezwegen werd. In een wereld, waarin luid om verdraagzaamheid, pluralisme, koeksistentie en vrijheid wordt geroepen, is de revolutie in het teater eigenlijk iets vanzelfsprekends.
Men kan dit alles tijdelijk bestrijden maar uiteindelijk zal men het verzet dienen op te geven. Wie zich derhalve aan een diktatoriale beteugeling bezondigt, bewijst op een bijna potsierlijke wijze, dat hij nauwelijks iets heeft geleerd uit de geschiedenis en dat hij blind en doof is voor een evolutie, waarin geheel nieuwe normen en waarden opduiken die hij morgen zal moeten aanvaarden. Dit soort toneel bestrijden betekent niets meer en ook niets minder dan een heilzame ontwikkeling afremmen bij gebrek aan inzicht en begrip.
Teater is o.m. een spiegel en een strijdmiddel. Momenteel worden echter in België opvoeringen onmogelijk gemaakt van stukken die niet passen in een konventioneel kader. Ter verantwoording hiervan voert men aan dat ze strijdig zijn met de gangbare goede zeden en dat ze kwetsend zijn voor een groot deel van de bevolking.
Afgezien nog van het feit dat het juist de bedoeling is door schokeffekten resultaten te bereiken, meen ik te moeten waarschuwen voor degenen die getuigen van een ergerlijk fanatisme. Het Vlaams teater heeft immers de plicht een spiegel te zijn van alles wat reilt en zeilt in de wereld van het toneel. Waarom stukken, die in Frankrijk, Engeland, Nederland, Duitsland, Zweden, Amerika en andere landen vertoond worden, voor ons publiek niet geschikt zouden zijn, is voor mij een raadsel. Het is het zoveelste bewijs van achterlijkheid en kleinzieligheid.
Maar er is meer. Voor velen is dit revolutionair teater helemaal niet kwetsend, integendeel, zij verlangen naar de opvoeringen van dergelijke werken. Ook deze toneelliefhebbers zijn net zo goed als de konservatieven belastingbetalers en ze helpen mee aan de subsidiëring van de schouwburgen. Zij hebben rechten die men in een demokratisch bestel niet over het hoofd mag zien, minderheidsrechten zoals men dat noemt, maar die zo ontzaglijk belangrijk
Masscheroen door H. Claus - opvoering voor het 4e Eksperimenteel Festival te Knokke.
zijn in een maatschappij zoals de onze. Ik zie dan ook niet in welke verdedigbare argumenten men kan aanvoeren om de voorstelling van sommige stukken te dwarsbomen. Ten slotte wordt geen enkel teaterliefhebber verplicht opvoeringen bij te wonen van stukken die hij niet wenst te zien. Het is niet genoeg de verdraagzaamheid, het pluralisme en de eerbied voor andersdenkenden te preken, maar het komt er voor alles op aan hiervan daadwerkelijk blijk te geven en niets onverlet te laten om een klimaat van openheid te bevorderen. Tans is de mentaliteit evenwel zo dat een teaterdirekteur uit vrees voor represailles niet denken durft aan de opvoering van stukken waarin bv. in een onbevangen toonaard seksuele problemen worden belicht of waarin naaktscènes voorkomen. Het vertonen van een aantal werken van Arrabal, Adamov, Panizza, Arden, Genet, Berman, Aberg, Van Itallie e.a., het opvoeren van stukken geschreven in de geest van Artauds
théatre de la cruauté, het voor het voetlicht brengen van stukken als
Hair, Che en
Oh, Calcutta, living-, underground- en poptheatre... dat alles is bij ons vooralsnog uitgesloten, zodat de Vlamingen ontmoedigd en op afstand de ontplooiing van het teater in de buurstaten moeten blijven volgen.
Opvoeringen van stukken van Pinter, Arrabal, Weiss, Dürrenmatt, Crommelynck, Albee, Claus e.a. hebben duidelijk gemaakt wat reaktionairen als onaanvaardbaar beschouwen. Ik beperk mij tot een paar aspekten: naaktheid, onbewimpelde uitlatingen over het geslachtsleven, vertonen van perversiteiten, blootleggen van de achtergronden van onze dromen, behandelen van de oorzaken van frustraties, openlijk spreken over homofilie, aanklagen van een verderfelijke preutsheid, aantonen van de gevaren van een tegennatuurlijke moraal en verkeerde seksuele opvoeding, oproepen van een sensuele sfeer e.d.
Alle verbodsbepalingen draaien rond seks, erotiek, bloot en naakt, vooral bij moderne monteringen en in eigentijdse stukken. Als de werken, waarin gelijkaardige onderwerpen worden aangesneden eenmaal klassiek geworden zijn en op een traditionele wijze vertoond worden, is er echter geen vuiltje meer aan de lucht. Ik noem slechts één voorbeeld,
Het grote doen door F. Arrabal, opvoering door Arcateater, Gent.