van Marcel Andries, ongeveer twintig jaar geleden, muziekpedagogische leergangen in het instituut opgenomen. Vooral onder de geestdriftige en dynamische leiding van de huidige direkteur, Jozef Joris, zijn die afdelingen uitgegroeid tot een uniek centrum van pedagogische scholing zoals er in ons land geen tweede meer te vinden is. Onder leiding van de bekwaamste muziekpedagogen en vakspecialisten worden de studenten er op een ruime en stevige muzikale en algemeen-kulturele basis gevormd. Ze worden er doelgericht georiënteerd op de belangrijke taak van muziekopvoeder en muziekleraar in het middelbaar onderwijs en de normaalscholen. Wie aan het Lemmensinstituut, dat twee jaar geleden verhuisde naar Leuven, het diploma van ‘geaggregeerde van het lager secundair onderwijs, afdeling muziekopvoeding’, of dat van ‘laureaat van het Lemmensinstituut’ behaalt, die heeft een grondige muzikale opleiding met vokaal-instrumentale praktijken en met een specifiek pedagogische en algemeen-kulturele inslag achter de rug. Door die gespecialiseerde vorming, die de kandidaat nergens elders in zo'n mate kan opdoen en die in sommige disciplines de kwaliteit van het konservatoriumonderricht overtreft, is hij terdege voorbereid op zijn taak als muziekleraar of kerkmusikus.
Al is 90 jaar geen klassiek getal om een viering op touw te zetten, toch heeft het Lemmensinstituut er goed aan gedaan zijn negentigjarig bestaan op 22 mei 1969 te vieren met een koncert van vokale en instrumentale muziek, geprezenteerd door de leerlingen van het instituut. Voor een uitgebreid publiek en voor tal van personaliteiten is toen overduidelijk aangetoond welke gezonde vernieuwingen er naast de klassieke orgelscholing in het instituut werden opgenomen, en welke verbluffende resultaten leerlingen en leraars kunnen bereiken door verantwoord pedagogisch te werken.
Laten we al dadelijk toegeven dat in ons land geen enkele officiële muziekinstelling, ook niet een konservatorium, op dit ogenblik in staat is zulke prestatie te leveren. Het was een koncert waaruit de verjongde geest van het instituut onafgebroken straalde. Bijna drie uur lang werden de talrijke toehoorders in de fraai gestileerde kapel van het instituut vergast op een koncert dat gevarieerd samengesteld was met parels uit de oude en hedendaagse muziekliteratuur en bovendien in een ideale vertolking werd gebracht.
Tijdens het eerste deel Musica sacra, gezongen en gespeeld werden o.m. orgelwerken van D. Buxtehude, J.S. Bach en O. Messiaen uitgevoerd, en door een kamerkoor o.l.v. Paul Schollaert a-capella-bladzijden van T.L. da Vittoria, G.P. da Palestrina en het De profundis clamavi van Vic Nees verklankt. Hoogtepunt van dat eerste deel was de indrukwekkende en diepbezielde voordracht van de 35e psalm, In convertendo Dominus van Jules Van Nuffel: romantische, doch oprecht geïnspireerde kerkmuziek die in onze koncertpraktijk meer belangstelling verdient dan ze momenteel geniet.
Het tweede deel van het koncert stond onder het motto Speelse minne, hoofse dans en gelovig gebed in muziek van vroeger. Amoureuze koorliederen van J. Baston, J. Belle, O. Lassus, Cl. Jannequin werden in een doorzichtige kamerkoorstijl opgedist o.l.v. Frans Mertens en Paul Schollaert. Paul Van Nevel leidde enkele groepen, die op historische of gerekonstrueerde instrumenten dansen van P. Phalesius en een sonate van C. Gussago verklankten: afwisselend, ongemaniëreerd en verantwoord van bezetting en interpretatie. De revelatie van dat gedeelte was beslist de uitvoering van de dubbelkorige motetten O magnum mysterium van G. Gabrieli en Der Geist hilft unserer Schwachheit auf van J.S. Bach. In een reële ‘coro spezzato’-opstelling en met een stijlgetrouwe ad-libitumbezetting liet Paul Schollaert beide werken tot volle schoonheid openbloeien. Hij leverde daarmee een prachtig staaltje van ‘Kantoreipraxis’ uit de barok, een musiceerpraktijk die in ons land nog veel te weinig beoefend wordt en toch zo schitterend ingeschakeld zou kunnen worden in de huidige liturgische vernieuwing of in een juistgerichte muzikale vrijetijdsbesteding.
Beter dan met affiches, reklame en klinkende slagzinnen heeft het Lemmensinstituut met dat koncert aan de buitenwereld getoond hoe er binnenskamers gewerkt wordt, welke gezonde geest er in het instituut leeft, en tot welke hoge prestaties een solied, pedagogisch verantwoord en verjongd muziekonderricht kan leiden.
Hugo Heughebaert