Histoire de Dunkerque, nl. van L. Lemaire (1927), wordt verhaald, hoe met het oog op een verspreiding van de revolutionaire gedachte onder de volksmassa, door de ‘Société des amis de la Constitution’ een reeks ‘Almanakken’ in het Nederlands vertaald werden. En hetzelfde genootschap besliste om elke zondagmorgen in het openbaar lezing te geven van de dekreten van de Assemblée générale, in beide talen.
Het gesproken Frans en ook wel het geschreven Frans waren in de XIXe eeuw allesbehalve zuiver, en wanneer Derode verklaarde dat men soms in België een Duinkerkenaar niet verstond, dan zal ook wel een Fransman hem niet begrepen hebben, wanneer hij zich in de opgedrongen taal uitdrukte. De auteur schrijft trouwens zelf: ‘Les indigènes donnent un accent indescriptible aux finales ade, ain, être, comme dans: malade, pain, fenêtre. Ils prononcent an comme on doit prononcer on et réciproquement. Il est donc souvent difficile de savoir distinguer canton de content’. En als meesterlijk voorbeeld geeft hij: ‘Nous avons vu l'enseigne d'une maîtresse d'école concue et orthographiée comme suit: Ecole d'enfont. - En apprend a lire et a tricote’!
Wij zelf kunnen aan de hand van een nog onbekend bronnenmateriaal de hierboven geschetste toestand bevestigen.
Door de publikatie van een inventaris der kaarten, bewaard op de Centrale Biblioteek van de Rijksuniversiteit te Gent, werd de mogelijkheid geschapen om de kaarten, die voordien slechts moeilijk te bereiken waren, nu met alle gemak te konsulteren.
Op die manier is een belangrijke reeks handschriftelijke kaarten betreffende Duinkerke bekend geworden, wat des te verheugender is, omdat de archieven der stad Duinkerke nog steeds in kisten ingepakt liggen op de zolders van het stadhuis.
Deze kaarten - die dateren uit de jaren 1793-'95 - hebben alle betrekking op de verkoop van gronden en gebouwen door het stadsbestuur van Duinkerke, en op de verwezenlijking van een nieuwe ruimtelijke ordening in verschillende stadsdelen.
Meer dan bij de historische achtergrond, willen we even stilstaan bij de gegevens, die het ons mogelijk zullen maken om het gebruik en de kennis van de talen in de havenstad te meten.
Kaart 450 toont ons de ‘Nauvaux pavée de la place de la liberté’ (1794), met in het midden de vrijheidsboom die op 20 mei 1792 plechtig geplant werd. Op te merken valt dat sommige straatnamen, door de Revolutie ingevoerd, weer verdrongen werden door die welke daarvoor in gebruik waren (Rue Ste Barbe i.p.v. Rue Piques); andere echter bleven bestaan (Rue nationale i.p.v. Rue St. Eloi). De Place de la liberté is natuurlijk de huidige Place Jean Bart.
We geven nu enkele staaltjes van het geschreven Frans te Duinkerke. Kaart 1215 toont de verkochte gronden langs de ‘Encienne mur separant la ville d'avec le port’, in de omgeving van het ‘Petit chataut’ (natuurlijk de Leughenaere, die op een andere kaart (453) genoemd wordt ‘le ci devant leughenaere’, waaruit blijkt dat men toen getracht heeft om de Vlaamse naam van de toren, die toch nog steeds voortleeft, uit te bannen).
Een van de eigenaars is ‘le citoyen Barreme’. Een beslissing van de gemeenteraad bepaalt: ‘(II) sequarteroit du mur du magazin de chofface de six pieds qui formeras un passages fermé de deux bout dune porte a double battans pour au quas de besoins lon puisse y entrer soit pour reparation des murs et toit du dit magazin et evenements dinsendie, comme aussi donner un libre passages des eaux pluviale venand des dit toit...’ De man die dit schrijft is Barthelémy De Roo ‘architect et adjoint a linspection des travaux de cette commune’.
Deze man, die de auteur is van de meeste dezer kaarten, schrijft onderaan verscheidene malen: ‘Pour copie conforme a l'original depausent au greffe de la commune Dunkerque’. Het laatste is een letterlijke vertaling natuurlijk van ‘de gemeente Duinkerke’, waar het Frans het voorzetsel de vereist.
Een ander voorbeeld (kaart 717) luidt als volgt: ‘Nous certifions le present plane conforme aux terrains que nous avont verifié sur les lieux avec les parties ainteresse à Dunkerque le 13 avril 1793’.
Op een ander plan (Kaart 1050) is er sprake van de ‘jardans du genie dit St Gorge’ en van het ‘cordegarde’. In de toelichting van dit plan van ruimtelijke ordening leest men: ‘Ce quel terrein mal distribué et presque inabitable se trouve par trois cotés entourés entre les branches du Canal des Moeres, celui du canal de Mardyck et celui du canal de Bergues, et toutes les trois égallement naviguable et commerçent avec l'intérieur et l'extérieur du pays’.
Een ander plan toont ons de gronden van de wijk Sint-Elooi, ‘depuis le Chand de Mars aux canal de Furne’.
Verdere voorbeelden geven lijkt wel overbodig: we kunnen uit het voorafgaande besluiten dat de kennis van het geschreven