nederlandse taal- en kultuurpolitiek
18e Algemene Conferentie der Nederlandse Letteren.
De jaarlijkse Algemene Conferentie der Nederlandse Letteren, de 18e in suksessie, vond ditmaal plaats te Amsterdam en wel op 3, 4 en 5 oktober 1968. De Conferentie is verdeeld in 5 sekties, nl. een sektie voor Letteren, een sektie voor Toneel, een sektie voor Radio en T.V., een sektie voor Biblioteekwezen en een sektie voor Uitgeverij en Boekhandel. Het grootste gedeelte van de vergadertijd werd besteed aan sektievergaderingen. Daarnaast vonden enkele plenaire vergaderingen plaats, een vergadering aan het begin van de Conferentie, waarin Drs. Ludo Simons een referaat hield over de benaming van onze taal in het buitenland. L. Simons verbond aan zijn referaat een voorstel voor een tekst, die, in vertaling, verspreid zou moeten worden in het buitenland bij uitgevers en overheidsinstellingen. Deze tekst werd vervolgens in de sekties besproken. Kon men in enkele sekties vrij snel akkoord gaan met de door Ludo Simons voorgestelde tekst, in de sektie Letteren gaf deze aanleiding tot zeer uitvoerige diskussies. Het uiteindelijke resultaat van deze diskussies kan men terugvinden in de eerste van de algemene resoluties, door de Conferentie aangenomen. Op zichzelf is het toch wel merkwaardig, dat deze kwestie op een Algemene Conferentie der Nederlandse Letteren na 18 jaar nog aanleiding kan geven tot zo uitvoerige diskussies.
In alle sekties wordt natuurlijk hard gewerkt, maar het is mijn indruk, dat dit harde werken in sommige sekties meer konkrete resultaten oplevert dan in andere. Zo komt het mij voor dat met name de sektie Toneel, de sektie Biblioteekwezen en de sektie Radio en Televisie de beste resultaten bereiken. En ook dat is natuurlijk een opmerkelijk verschijnsel in een Conferentie der Nederlandse Letteren.
Wereldschokkende zaken worden op de Conferenties der Nederlandse Letteren doorgaans niet behandeld en wat er aan resultaten voortkomt uit de vergaderingen en met name de sektievergaderingen zal voor het merendeel alleen vakmensen interesseren. Dit neemt niet weg, dat wat er door de Conferentie gedaan wordt aan konkreet werk de moeite waard is. Er wordt rustig voortgebreid aan de integratiekous en dat is uiteraard een belangrijke, zij het dan niet spektakulaire bezigheid.
In het onregelmatig verschijnende orgaan van de Conferentie Gedeeld Domein worden alle resoluties van deze 18e Algemene Conferentie der Nederlandse Letteren opgenomen. Belangstellenden kunnen deze dus lezen in dit blad. Hieronder geven wij slechts de tekst van enkele resoluties, die naar onze mening voor een wijder publiek van belang zijn. Als men de resoluties van de sekties leest, dan is het eerste wat opvalt, dat de sektie Biblioteekwezen het meeste geld vraagt en dat de sektie Radio en Televisie het uitvoerigst opsomt wat door radio en T.V. in de komende jaren aan gezamenlijke literaire uitzendingen verwezenlijkt zal worden. De uitvoerige bespreking van dit vraagstuk van de benaming van onze taal in de sektie Letteren heeft deze sektie wellicht belet om zich met nog veel andere aangelegenheden bezig te houden. Wel toonde men zich daar verontrust over de koncentratie van machtsgroepen en een greep op kommunikatiemedia, wist men deze verontrusting door de Conferentie als geheel te doen aanvaarden in een algemene resolutie, maar het konkrete integratiewerk uitte zich, naar buiten altans, slechts in een resolutie waarin redakties voor de publikaties Literair Akkoord 1969 en kritisch Akkoord 1969 werden aangewezen. Over bovenvermelde verontrusting werd evenals over de benaming van onze taal in het buitenland op de laatste plenaire vergadering bijzonder uitvoerig gediskussieerd. In tegenstelling hiermee werden alle resoluties waarin de regeringen om geld gevraagd werd, zonder enige diskussie aangenomen, altans in de plenaire vergadering. Misschien is ook dit verschijnsel wel typerend voor de Conferenties der Nederlandse Letteren.
In het kader van de 18e Algemene Conferentie der Nederlandse Letteren werd op 4 oktober 1968 in het paleis aan de Dam door Koningin Juliana aan Gerard Walschap de driejaarlijkse Prijs der Nederlandse Letteren uitgereikt. Zoals bekend wordt deze prijs verleend door de Belgische en Nederlandse regeringen. Over deze bekroning kan men elders in dit nummer lezen.
Dr. A.W. Willemsen