quartett van de Engelsman Brain Ferneyhough (onspeelbaar geacht, wat geen belemmering vormde voor het Gaudeamus Strijkkwartet om een alleszins overtuigend pleidooi te houden). Uit dit laatste werk sprak, in zijn uiterst verfijnde ritmische uitwerking, de Boulez-traditie (Livre pour Quatuor!), Falaro's voor 56 solostemmen gekoncipieerde partituur herinnerde aan Ligeti's 87-stemmige schrijfwijze in de Atmosphères.
Globokars koorwerk had, als in Stockhausens traditie, de ruimte stereofoniserend benut. Evenals in Momente hebben de leden (koor I:12 sopranen, 12 alten, 1 bas; koor II:4 sopranen, 1 alt, 9 tenoren, 9 bassen; koor III:5 sopranen, 4 alten, 6 tenoren, 5 bassen en koor IV:1 sopraan, 5 alten, 7 tenoren, 7 bassen) een aantal slagwerkinstrumentjes te bespelen: schellen, kastagnetten, maracas, kleine klok, tomtoms en tamboerijn. Bij elk koor, opgesteld in de uiterste hoeken van de zaal - de opkomst is een zorgvuldig geplande ceremonie - komen nog bespelers van de celesta, de harp, de vibrafoon en de gitaar aan bod. Of precieser: één van de vier moet een vrouw zijn.
Dit laatste hangt samen met de tekst van Edoardo Sanguineti waarin sprake is van een min of meer surrealistisch spreekkwartet dat een vrouw en drie mannen hun droomondervindingen doet uitwisselen en bekommentariëren. Elke gedachte wordt simultaan doorlicht. In dit psychodrama komt Globokar menigmaal tot hallucinerende klankschilderingen, waarin overigens slechts flarden verstaanbare tekst overkomen. Een modern soort belcanto in de stijl van Luigi Nono mist zijn werking niet, al telt de te weinig gekondenseerde partituur (Henry Litolff's Verlag/C.F. Peters nr. 4829) enige inzinkingen. Alle gradaties van spreken tot zingen komen aan bod: men vindt tekens voor fluisterend spreken (zonder timbriek), voor een kleuriger spreken echter zonder stembuiging, en voor een voordracht op golvend-natuurlijke wijze, en tenslotte met nauwkeurig voorgeschreven toonhoogte, - voorts een toepassing van het growl-effekt, zingen met tong-r, met gesloten mond, met bewegingen van de hand voor de mond, met falset, met zalvende voordracht (psalmodier), met toepassing van geforceerde hoge en lage tonen (Penderecki!), met veel glissandi, en ruimte voor eigen initiatieven in de vorm van een grafische notatie waarin slechts de bewegingsrichting aangegeven is. Globokars afwisselend dramatisch-lyrische werkstuk kreeg een maksimaal flatteuze belichting in de schitterend voorbereide uitvoering door het Groot Omroepkoor, onder meer geleid door Marinus Voorberg. Ofschoon Globokar het niveau van een Penderecki-Ligeti - laat staan natuurlijk van een Boulez-Stockhausen - niet bereikt, weet hij dit in zijn beste momenten te benaderen. Een signalement leek mij Traumdeutung dus alleszins waard.
Ernst Vermeulen