Lanceloot en Sanderien, de Vierde opera van Renaat Veremans.
Op vrijdag 13 september werd het nieuwe speelseizoen in de KVO te Antwerpen ingezet met een schitterende eerste uitvoering van een nieuwe opera van Renaat Veremans: Lanceloot en Sanderien. Het libretto werd door Joris Diels samengesteld naar het bekende middeleeuwse abel spel. Solisten en het orkest van de KVO stonden onder leiding van Frits Cells.
Voor de meesten is Renaat Veremans, die dit jaar vierenzeventig jaar is geworden, de kleine maar vurige dirigent van de Vlaamse Nationale Zangfeesten en vooral de toondichter van enkele romantische strijd- en streekliederen, waaronder het overbekende Vlaanderen. Dat hij naast die populair geworden liederen ook nog sublieme en verinnerlijkte Adagioliederen, nog drie symfonieën, tal van koorwerken en oratoria, een koncerto voor hoorn en een voor hobo getoonzet heeft, schijnen slechts weinigen te weten. Met Lanceloot en Sanderien komponeerde Renaat Veremans na Het Mirakel, Anne-Marie en Bietje zijn vierde opera, tevens zijn meest dramatische partituur. Zeker, het valt niet te ontkennen dat Veremans uitgesproken lyrische aard zich ook hier heeft uitgezongen in een vlot zingbare en vaak het oor strelende zangerigheid. Doch daarnaast heeft hij deze nieuwe partituur in een sterk dramatische kleur gedrenkt en de zangstijl adekwaat aangepast aan het karakter en de gevoelswereld van elk personage. In dat opzicht zijn o.m. de hartstochtelijke liefdesdialoog tussen Lanceloot en Sanderien, de duivelse monoloog van de katijvige koningin en het slottafereel tussen moeder en zoon van een aangrijpende ekspressieve schoonheid. Van heel andere aard, maar even suggestief en verantwoord is de vrolijke en natuurlijke zang van de woudwachter, die heel wat redt in de weinig toneelmatige inhoud van het derde tafereel.
In een ononderbroken stroom volgt het orkest het gebeuren. Men sensitieve Strausskleuren, Wagneriaanse tinten of enkele subtiele vioolsolo's schept het orkest de juiste atmosfeer, aksentueert het de uiterlijke konflikten en evokeert het de innerlijke gevoelswereld. Een prachtvoorbeeld van die suggestieve uitdrukkingskracht is de balletmuziek tussen het tweede en derde tafereel, waarop gemimeerd wordt wat zich in de kamer van Lanceloot afspeelt.
Verder zijn er nog de prachtige koorgedeelten, die nu eens klinken als een verstild gebed of als een hymne, dan weer een geheimzinnige atmosfeer of een dramatisch ogenblik helpen intensiveren.
Lanseloot en Sanderien is een rijk geïnspireerd en sterk dramatische partituur geworden, waarin Renaat Veremans zich ongekompliceerd en ongemaniëreerd heeft uitgezongen in een eigen stijl die, vergeleken met de andere hedendaagse produkten, inderdaad allesbehalve eigentijds klinkt. Of dat een gebrek is, zal de tijd wel uitmaken!
Hugo Heughebaert