Maurits Van Saene.
Maurits Van Saene, de kunstschilder uit Ninove, is bijna vijftig. Te Aalst, in het stemmig-gerestaureerde Oud-Begijnhof, heeft men een retrospektieve van zijn werk gehouden. Tevens heeft de Bank van Brussel voor een prachtige monografie gezorgd.
Het is een feit dat Maurits Van Saene, al heeft hij altijd de grote gebaren en de luide woorden geschuwd, een werk heeft geschapen dat, vanaf zijn debuut tot vandaag de dag, een eigen karakter vertoont. Tussen het eerste doek van de tentoonstelling Pamel (1940) en de Marine Diano Marina (1968) liggen 28 jaar. Gedurende die 28 jaar is het nochtans altijd dezelfde schilder-denker die achter de talrijke doeken opduikt, die met deze doeken organisch en natuurlijk verbonden blijft, omdat ze zovéél sinteses vormen van zijn pikturale en menselijke bestrevingen.
Reeds in het post-ekspressionistische landschap Pamel is er neiging tot versobering en vereenvoudiging, zowel op koloristisch als kompositorisch gebied. Deze neiging zal later worden aangescherpt en leiden, over tal van ervaringen heen, naar het dépouillement van de Marine Diano Marina. Het heeft de jonge Van Saene getipeerd dat hij, tijdens zijn debuutjaren, van het verf- en matière-ekspressionisme is weggegroeid om een ‘samenvattende’ figuratie te betrachten, waarin de verf middel wordt en géén doel. In dit groeiproces heeft Van Saene véél te danken aan wijlen Jan Brusselmans, met wie hij samenwerkte (1944-'45) in een klein atelier, gevestigd in de Miniemenstraat te Brussel.
Maurits Van Saene heeft verschillende grote reizen ondernomen: naar Italië, Marokko, Spanje, Kongo, Griekenland en opnieuw Italië. Ieder van die reizen heeft, eigenaardig genoeg, de kunst van Van Saene een stap verder gebracht naar datgene wat in