Ons Erfdeel. Jaargang 12
(1968-1969)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 160]
| |
De Pessimist door Henri Van Straten.
Zelfportret met fototoestel (houtsnede, 1925) door Henri Van Straten.
man die ook reeds tijdens zijn leven was opgevallen door zijn gebrek aan praktische zin en door zijn afkeer van elke publiciteit.
Dat Henri Van Straten bovendien verdween op 4 september 1944, de dag der bevrijding te Antwerpen, zonder één enkel spoor na te laten, heeft er zeker niet toe bijgedragen om de verspreiding van zijn werk in de hand te werken. Geboren te Antwerpen in 1892 heeft Henri Van Straten nochtans een belangrijke rol gespeeld in het artistieke leven van de sinjorenstad tussen 1920 en 1944.
Tesamen met Frans Masereel, de gebroeders Jan-Frans en Jozef Cantré en Joris Minne behoorde Henri Van Straten tot De Grote Vijf, een groep die de renouveau van de houtgravure in ons land heeft ingeluid en dit genre op Europees peil heeft beoefend.
Van die groep was Henri Van Straten de enige ‘akademisch’ geschoolde graveur, omdat hij zowel bij de houtsnijder Edward Pellens aan het Hoger Instituut te Antwerpen als bij Prof. Aerts aan de Akademie van Amsterdam (tijdens zijn internering in Nederland ná 1914) in de leer was geweest.
Henri Van Straten heeft heel wat grafisch werk voortgebracht al was hij géén voorbeeld van regelmaat en zijn er tal van ‘stille’ periodes in zijn werk aan te wijzen. De katalogus van de tentoonstelling te Hasselt (waarmee we de kulturele dienst van de de provincie Limburg feliciteren) die geheel het grafische oeuvre van de kunstenaar vermeldt, bevat een lijst van 137 houtsneden, 242 lito's (omstreeks 1937-1938 had Van Straten in zijn atelier een lito-pers geïnstalleerd), 10 blokboeken en suites en een veertigtal boekillustraties (Claes, Timmermans, Elsschot, Dorgelès, Avermaete, Baekelmans, enz.). Ook het tijdschrift Lumière drukte een dertigtal van zijn blokken af.
Henri Van Straten, een kurieuze figuur met een Spaanse grootmoeder, was een écht kind van de havenstad. Hij zag er weliswaar een tikje eksotisch uit en zijn zuiderse afkomst gaf hem een speciaal raffinement, maar desondanks heeft hij Antwerpen en vooral het Antwerpen van de zelfkant, in zijn werk behandeld.
Daarover zegt Prof. L. Lebeer: ‘De elementen van de sfeer, van de wereld die Henri Van Straten tot de kunstscheppende daad opwekten, vindt men in zijn suite van negen houtsneden: A la Matelote (1924). Het is de sfeer - de wereld - van een grote havenstad, met haar Kermissen (1925), haar Music-Halls (1925 en 1926), haar bioskopen, haar kabaretten met negerorkesten, waar men zich entoesiasmeert voor een Négro-Canaille (1926), opgezweept door de meeslepende ritmen van zwarte banjo-spelers; die kabaretten | |
[pagina 161]
| |
waar men de Java (1931) danst en agressief zingt op trekorgelmuziek, waar La Fille du Far-West (1931) besproken wordt. De sfeer - de wereld - van Henri Van Straten, het is de grote haven waar de Landverhuizers (1927) ontschepen; waar De Redder (1932) nabij de kaai, op een ongeval of een wanhoopsdaad wacht; waar de Oude Zeeman (1933), bij het bewonderen van een scheepsmodel, zijn reizen en avonturen herdenkt. Ongetwijfeld was het ook de grote havenstad die hem inspireerde voor La Boudeuse (1931) en zijn aantrekkelijk Zelfportret met Zeilen (1931).’
Van Straten heeft natuurlijk ook gravures gemaakt van meer algemene aard over Idealisten, Sceptici, Onbewusten. Ook schiep hij 14 staties van een kruisweg, die zich in onze tijd afspeelt. Inzake houtgravure was Henri Van Straten een virtuoos, een meester der subtiliteit en bovendien uniek in het uitbeelden van het vrouwelijk naakt. Roger Avermaete heeft Henri Van Straten een... xylografisch charmeur genoemd. En hij had gelijk. Jan D'Haese |
|