toneel
Het Huwelijk van Witold Gombrowicz.
W. Gombrowicz.
Het Nieuw Rotterdams Toneel heeft onder regie van Rob. de Vries het afgelopen seizoen van de Poolse schrijver Gombrowicz, Het Huwelijk gespeeld. Gombrowicz (1904) is de laatste jaren in Nederland bekend geworden via vertalingen van zijn romans: Ferdydurke en De Pornografie, zijn toneelstuk Yvonne en fragmenten uit zijn dagboek. In dit laatste werk (Uit het dagboek van Witold Gombrowicz, Amsterdam 1967) vindt men ook een kommentaar van de schrijver op ‘Het Huwelijk’. Hij noemt het stuk een ‘ontlading van de fantasie, een fantastische strijd met de demonen van morgen... Het is het drama van een tijdgenoot wiens wereld is ingestort en die zijn huis in een herberg veranderd ziet en zijn bruid in een publieke vrouw.’ Het spel is een bizarre droom waarin de man zijn vader als koning en zijn bruid als maagd wil zien. Tenslotte neemt hij alles in eigen hand, roept zichzelf uit tot diktator en zegent zijn eigen huwelijk in. Tema's als het terugverlangen naar de ‘onrijpheid’, de strijd tegen de ‘vorm’ en de ‘tussenmenselijke relatie’ spelen hierbij een belangrijke rol. Een belangrijke figuur in het stuk is de Zuiper, hij vertegenwoordigt met zijn trawanten het demonische dat alles aantast, de orde verstoort en de chaos oproept. Werkelijkheid en droom, ernst en absurditeit zijn dooreengemengd, en zo wil de schrijver een beeld oproepen van de mens. Ofschoon in het algemeen de reakties in de Nederlandse pers matig waren, moet ik zeggen dat mij de voorstelling bijzonder heeft geboeid. Bas ten Batenburg als de zoon Hendrik, Jules Croiset als de vader en Edmond Clasen als de Zuiper, om deze drie hoofdrolspelers slechts te noemen, wisten de sfeer en toon van dit grillig, grimmig droomspel bijzonder goed te treffen. Kostums en dekor waren van Frank Raven, de vertaling van Josephine Soer.
Het was voor mij de beste toneelprestatie van de N.R.T. in dit seizoen.