Marcel van Maele.
Te Brussel was een eksperiment te zien van het Reizend Dramatisch Café. In het Waltrateater regisseerde Gilbert Deflo twee eenakters van de dichter-bohémien Marcel van Maele. In ‘De Bunker’ belicht de auteur de drukkende atmosfeer van de oorlog. In ‘Het Manuskript’, zuiver muzikaal van bouw, verzet de schrijver zich - door middel van talrijke humoresken - tegen de zinloosheid der begrippen en opteert tenslotte voor de geste In den beginne was het woord. En het woord is een machine geworden.
Voor deze verdienstelijke presentatie, onder leiding van Gilbert Deflo, met leerlingen van het RITCS als akteur, was de Brusselse toneelkritiek niet overdreven mild. De lyrische emfaze van Van Maele werkte wellicht onthutsend.
Ondervraagd over het strenge oordeel van zekere recensenten, heeft Marcel van Maele, in supreem geloof in zichzelf, gezegd: ‘De teatereerstelingen van àlle grote schrijvers werden steeds door de kritiek, tot op de grond, afgebroken. Dus...’
Te Brussel, in de Beursschouwburg, was er nog een ander Vlaams stuk dat weinig genade vond bij de kritici: het blijspel ‘Wisky, IJs en Toeters’ van Paul Mariën.