‘Kruisliederen’ van Jef Van Hoof.
Onder de vele passie-uitvoeringen verdient het passiekoncert dat het jongenskoor van het O.-L.-Vrouwekollege van Boom o.l.v. Jan Schrooten in de Sint-Jakobskerk te Antwerpen verzorgde, wel een biezondere vermelding. Naast de Johannes-Passion van de hedendaagse Trierse musikus Hans Sabel en passiemotetten van Siegfried Reda en Hugo Distler stonden ook de Kruisliederen van Jef Van Hoof op het programma. Die cyklus met vijf passieliederen, in 1947 voor zangstem en klavier getoonzet op gedichten van Frans Clinckaert, levert opnieuw het bewijs van de diep doorleefde religieuze bezieling en de rijke melodische inspiratie van deze al te licht verguisde Vlaamse toondichter. Hoewel de tekst hier en daar naar het bombastische helt, heeft Jef Van Hoof zich uitgezongen in een beheerst subjektieve tekstverklanking. De meeste van die liederen worden gekenmerkt door een sobere melodische golving boven een rijkere harmonische begeleiding, die op een delikate wijze de gevoelsinhoud van de tekst interpreteert. In hun subjektief lyrisme of in de meer algemene koraalstijl zoals in het laatste lied uit de verzameling, ademen die passieliederen een oprechte uitdrukking van verinnerlijkte kontemplatie.